ECLI:NL:RVS:2004:AP4608
Raad van State
- Eerste aanleg - meervoudig
- Th.G. Drupsteen
- J.A.M. van Angeren
- H.Ph.J.A.M. Hennekens
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit tot tijdelijke verplaatsing van verontreinigde grond in Schiedam
In deze zaak heeft de Raad van State op 30 juni 2004 uitspraak gedaan over een beroep van een appellante tegen een besluit van het college van gedeputeerde staten van Zuid-Holland. Het besluit, genomen op 12 juli 2002, betrof de tijdelijke verplaatsing van 10.000 m2 verontreinigde grond naar het 'grote dok' in de Wiltonhaven te Schiedam, met een geldigheid tot 1 oktober 2005. Appellante was van mening dat de verplaatsing permanent moest zijn en dat het college ten onrechte de termijn had gesteld. Ze voerde aan dat de eigenaar van het grote dok had verklaard de grond permanent te accepteren en dat het locatiebeheerplan niet van toepassing was.
Tijdens de zitting op 16 april en 17 mei 2004 werd de zaak behandeld. De vertegenwoordigers van appellante, mr. M.D.J. Heijerman en mr. M. Honders, stelden dat de beslissing van verweerder niet in lijn was met de Wet bodembescherming. Verweerder, vertegenwoordigd door drs. C. Scheefers, had in zijn verweerschrift aangegeven dat de tijdelijke verplaatsing noodzakelijk was. Echter, ter zitting heeft het college van burgemeester en wethouders van Schiedam toegezegd dat de verontreinigde grond na 1 oktober 2005 niet verwijderd hoeft te worden, wat de noodzaak van de beoordeling van het beroep deed vervallen.
De Raad van State concludeerde dat appellante geen belang meer had bij de beoordeling van het beroep, aangezien haar doel al was bereikt door de toezegging van het college. Daarom werd het beroep niet-ontvankelijk verklaard. De uitspraak werd gedaan in naam der Koningin, waarbij de proceskosten niet werden vergoed.