ECLI:NL:RVS:2004:AP4695
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- C.M. Ligtelijn-van Bilderbeek
- R.C.S. Bakker
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening inzake ontheffing voor het doden van reëen door de Wildbeheereenheid Tussen Vecht en Dedemsvaart
Op 2 februari 2004 verleende het college van gedeputeerde staten van Overijssel aan de Wildbeheereenheid Tussen Vecht en Dedemsvaart ontheffing om reëen te doden met een geweer in het belang van de openbare veiligheid, specifiek verkeersveiligheid. Deze ontheffing gold voor de periode tot en met 31 december 2004. De stichting 'Stichting De Faunabescherming', gevestigd te Amstelveen, heeft hiertegen bezwaar gemaakt en op 3 mei 2004 hoger beroep ingesteld bij de Raad van State, waarbij zij verzocht om een voorlopige voorziening. De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft het verzoek op 10 juni 2004 behandeld.
De Voorzitter overwoog dat besluiten in het algemeen uitvoerbaar zijn, ook als daartegen een rechtsmiddel is aangewend. In dit geval was het niet onaannemelijk dat de beperking van de populatie zou bijdragen aan de verkeersveiligheid. De Voorzitter concludeerde dat er geen aanleiding was om aan te nemen dat de aangevallen uitspraak in de bodemprocedure geen stand zou houden. Daarom werd het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Tevens werd er geen proceskostenveroordeling opgelegd.
De uitspraak werd openbaar gedaan op 23 juni 2004, waarbij de Voorzitter, mr. C.M. Ligtelijn-van Bilderbeek, en ambtenaar van Staat, mr. R.C.S. Bakker, aanwezig waren. De beslissing om het verzoek af te wijzen werd daarmee definitief.