ECLI:NL:RVS:2004:AP4697
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- C.M. Ligtelijn-van Bilderbeek
- R.C.S. Bakker
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening inzake ontheffing voor het doden van reëen door de Wildbeheereenheid De Koerkamp
Op 2 februari 2004 verleende het college van gedeputeerde staten van Overijssel aan de Wildbeheereenheid De Koerkamp ontheffing voor het doden van reëen met een geweer op bepaalde gronden tot en met 31 december 2004. Dit besluit werd genomen op basis van artikel 68, eerste lid, aanhef en onder a, van de Flora- en faunawet. De stichting 'Stichting De Faunabescherming', gevestigd te Amstelveen, heeft hiertegen bezwaar gemaakt en op 3 mei 2004 hoger beroep ingesteld bij de Raad van State, waarbij zij verzocht om een voorlopige voorziening.
De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft het verzoek op 10 juni 2004 behandeld. Tijdens de zitting waren vertegenwoordigers van de verzoekster, het college en de wildbeheereenheid aanwezig. De Voorzitter overwoog dat besluiten in het algemeen uitvoerbaar zijn, ook als daartegen een rechtsmiddel is aangewend. In dit geval was het niet onaannemelijk dat de beperking van de populatie zou bijdragen aan de verkeersveiligheid, wat de noodzaak van de ontheffing onderstreepte.
Na zorgvuldige afweging van de argumenten van de verzoekster, concludeerde de Voorzitter dat er geen aanleiding was om aan te nemen dat de aangevallen uitspraak in de bodemprocedure geen stand zou houden. Daarom werd het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Tevens werd er geen proceskostenveroordeling opgelegd, aangezien hiervoor geen aanleiding bestond. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 23 juni 2004.