ECLI:NL:RVS:2004:AQ1021
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- E.M.H. Hirsch Ballin
- M.L.D. Trippert-van Gemeren
- Rechtspraak.nl
Schorsing van een last onder dwangsom opgelegd door de gemeente Westland
In deze zaak gaat het om een verzoek om een voorlopige voorziening tegen een besluit van de burgemeester en wethouders van de gemeente Westland, waarbij aan de verzoeker een last onder dwangsom is opgelegd. Dit besluit, gedateerd op 25 mei 2004, betreft de aanwezigheid van een propaantank op een perceel in Westland, welke volgens de gemeente in strijd is met de geldende afstandsnormen. De verzoekers hebben bezwaar gemaakt tegen dit besluit en hebben de Voorzitter van de Raad van State verzocht om een voorlopige voorziening te treffen. De zitting vond plaats op 29 juni 2004, waar de verzoekers werden vertegenwoordigd door hun advocaat, mr. T.E. van der Bent, en de gemeente door ambtenaren mr. E.M. Scholten en J.B. Martin.
De Voorzitter overweegt dat de bevoegdheid van de gemeente tot handhavend optreden en de redelijkheid van het gebruik van deze bevoegdheid nader onderzoek vereisen. Tijdens de zitting is gebleken dat de termijn die is gegeven om de propaantank te verwijderen, niet toereikend is. De verzoekers hebben aangegeven dat zij mogelijk een milieuvergunning willen aanvragen voor de plaatsing van de tank, wat de situatie kan veranderen. Daarom besluit de Voorzitter om het bestreden besluit te schorsen tot zes weken na de bekendmaking van de beslissing op bezwaar. Tevens wordt de gemeente Westland gelast om het griffierecht van € 136,00 aan de verzoekers te vergoeden. De uitspraak is gedaan op 8 juli 2004.