ECLI:NL:RVS:2004:AQ3717
Raad van State
- Hoger beroep
- E.M.H. Hirsch Ballin
- S.W. Schortinghuis
- Rechtspraak.nl
Weigering vergunning voor overkapping fustopslag en verplaatsing laadperron bij fruitbedrijf
In deze zaak heeft het college van burgemeester en wethouders van Tiel op 5 februari 2003 een vergunning geweigerd voor het overkappen van een fustopslag en het verplaatsen van een laadperron bij het fruitbedrijf van appellante. Appellante, vertegenwoordigd door haar vennoten, heeft bezwaar gemaakt tegen deze beslissing, maar het college heeft dit bezwaar op 3 juli 2003 ongegrond verklaard. Hierop heeft appellante beroep ingesteld bij de rechtbank Arnhem, die op 7 november 2003 de uitspraak van het college heeft bevestigd. Appellante heeft vervolgens hoger beroep ingesteld bij de Raad van State, waar de zaak op 17 juni 2004 ter zitting is behandeld.
De rechtbank oordeelde dat het college de vergunning terecht had geweigerd, omdat de betrokken gronden op de bestemmingsplankaart zijn aangewezen voor agrarisch gebruik. Appellante had in 2001 verklaard dat het sorteren van fruit voor derden 20% van de omzet zou zijn, maar in hoger beroep werd betoogd dat dit percentage lager was. De Raad van State bevestigde het oordeel van de rechtbank en oordeelde dat het college op basis van de beschikbare informatie de vergunning terecht had geweigerd. De aangevallen uitspraak werd bevestigd en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.
De uitspraak van de Raad van State is gedaan in naam der Koningin en werd openbaar uitgesproken op 21 juli 2004. De zaak is geregistreerd onder nummer 200308640/1.