ECLI:NL:RVS:2004:AQ3778
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- H. Troostwijk
- E.D. Boer
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake bouwvergunning voor bedrijfswoning in Tubbergen
Op 6 januari 2004 verleende het college van burgemeester en wethouders van Tubbergen een binnenplanse vrijstelling en bouwvergunning voor de bouw van een bedrijfswoning op een perceel in Tubbergen. Verzoekers, wonend te [woonplaats], maakten bezwaar tegen dit besluit, dat op 13 april 2004 door het college ongegrond werd verklaard. Hierop volgde een beroep bij de voorzieningenrechter van de rechtbank Almelo, die op 3 juni 2004 het beroep ongegrond verklaarde. Verzoekers stelden vervolgens hoger beroep in bij de Raad van State en vroegen om een voorlopige voorziening.
De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State behandelde het verzoek op 8 juli 2004. Tijdens de zitting waren verzoekers, bijgestaan door hun advocaat mr. J. van Groningen, en het college, vertegenwoordigd door drs. R.M. van Erkelens, aanwezig. Ook de vergunninghouder, bijgestaan door mr. G.H. Hoekman, was ter zitting aanwezig.
De kern van het geschil was of de voorzieningenrechter terecht had geoordeeld dat het bouwplan voorziet in de bouw van een dienstwoning, zoals gedefinieerd in het bestemmingsplan “Buitengebied” van de gemeente Tubbergen. De Voorzitter concludeerde dat er geen twijfel bestond dat de aangevallen uitspraak in de bodemprocedure in stand zal blijven. Daarom werd besloten om de besluiten van het college van burgemeester en wethouders van Tubbergen van 6 januari 2004 en 13 april 2004 te schorsen. Tevens werd het college veroordeeld in de proceskosten van verzoekers en werd het griffierecht vergoed.