ECLI:NL:RVS:2004:AQ3787
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- H. Troostwijk
- E.D. Boer
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening tegen besluit van het college van burgemeester en wethouders van Zaanstad
In deze zaak heeft de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 16 juli 2004 uitspraak gedaan op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening. Het verzoeker, wonend te [woonplaats], had hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Haarlem van 14 juni 2004. Deze uitspraak verklaarde het beroep van verzoeker tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Zaanstad ongegrond. Het college had op 29 juli 2003 aan verzoeker gelast om een paardenbak, twee woonwagens en een varkenskot/schuur te verwijderen van zijn perceel. Dit besluit werd later gedeeltelijk ingetrokken, maar het bezwaar van verzoeker tegen het oorspronkelijke besluit werd ongegrond verklaard.
De Voorzitter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening behandeld op 8 juli 2004, waarbij verzoeker werd bijgestaan door zijn advocaat, mr. L.J. van Pelt, en het college werd vertegenwoordigd door mr. M.D.G. Guimaraês. In de overwegingen van de uitspraak werd geconcludeerd dat er geen aanleiding was om aan te nemen dat de aangevallen uitspraak in de bodemprocedure niet in stand zou blijven. Daarom werd het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Tevens werd er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 16 juli 2004, waarbij de Voorzitter, mr. H. Troostwijk, en ambtenaar van Staat, mr. E.D. Boer, aanwezig waren.