ECLI:NL:RVS:2004:AQ5712

Raad van State

Datum uitspraak
20 juli 2004
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
200402674/2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • J.C.K.W. Bartel
  • P. Klein
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening inzake wijzigingsplan bestemmingsplan Landgoed Linde

Op 11 november 2003 heeft het college van burgemeester en wethouders van De Wolden het wijzigingsplan "wijziging van het bestemmingsplan Landgoed Linde" vastgesteld. Tegen dit besluit heeft verzoekster, gevestigd te Linde, op 27 april 2004 beroep ingesteld bij de Raad van State. Op 18 mei 2004 heeft verzoekster de Voorzitter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen. De zaak werd behandeld op 8 juli 2004, waar verzoekster en verweerder, vertegenwoordigd door E. Saathof, ambtenaar van de provincie, aanwezig waren. Ook het college van burgemeester en wethouders was vertegenwoordigd door J.M. van der Vinne, ambtenaar van de gemeente, en andere betrokken partijen waren aanwezig, vertegenwoordigd door mr. J.J. Nicolaas.

De Voorzitter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat het wijzigingsplan de bestemming "Agrarisch gebied" in de bestemming "Landgoed" wijzigt. Verzoekster betwist de goedkeuring van het wijzigingsplan door verweerder en verzoekt om schorsing van deze goedkeuring om te voorkomen dat een aanlegvergunning voor het planten van bomen op het perceel wordt verleend. Verzoekster stelt dat er geen toedelingsonderzoek is uitgevoerd en dat het wijzigingsplan in strijd is met gemeentelijke en provinciale plannen.

Verweerder heeft echter geen aanleiding gezien om de goedkeuring aan het wijzigingsplan te onthouden. De Voorzitter heeft geconcludeerd dat er geen spoedeisend belang is dat het treffen van een voorlopige voorziening rechtvaardigt, vooral omdat het college van burgemeester en wethouders heeft toegezegd dat de aanlegvergunning niet voor 15 september 2004 zal worden verleend. Daarom heeft de Voorzitter het verzoek afgewezen en is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 20 juli 2004.

Uitspraak

200402674/2.
Datum uitspraak: 20 juli 2004.
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:
[verzoekster], gevestigd te Linde,
en
het college van gedeputeerde staten van Drenthe,
verweerder.
1.    Procesverloop
Bij besluit van 11 november 2003 heeft het college van burgemeester en wethouders van De Wolden het wijzigingsplan "wijziging van het bestemmingsplan Landgoed Linde" vastgesteld.
Verweerder heeft bij zijn besluit van 6 februari 2004, kenmerk RW/A8/2003010765, beslist over de goedkeuring van het wijzigingsplan.
Tegen dit besluit heeft verzoekster bij brief van 27 april 2004, bij de Raad van State ingekomen op 28 april 2004, beroep ingesteld.
Bij brief van 18 mei 2004, bij de Raad van State ingekomen op 19 mei 2004, heeft verzoekster de Voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De Voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 8 juli 2004, waar verzoekster, vertegenwoordigd door [gemachtigden], en verweerder, vertegenwoordigd door E. Saathof, ambtenaar van de provincie, zijn verschenen. Voorts zijn het college van burgemeester en wethouders, vertegenwoordigd door J.M. van der Vinne, ambtenaar van de gemeente, en [partij] en anderen, vertegenwoordigd door mr. J.J. Nicolaas, gemachtigde, daar gehoord.
2.    Overwegingen
2.1.    Het oordeel van de Voorzitter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
2.2.    Het wijzigingsplan strekt tot wijziging van de bestemming “Agrarisch gebied” uit het bestemmingsplan “Landgoed Linde” in de bestemming “Landgoed” van het perceel ten zuidwesten van de Linderweg.
2.3.    Verzoekster stelt dat verweerder ten onrechte goedkeuring aan het wijzigingsplan heeft verleend. Zij verzoekt de goedkeuring van het wijzigingsplan bij wege van voorlopige voorziening te schorsen teneinde te voorkomen dat een aanlegvergunning zal worden verleend ten behoeve van het planten van bomen op dit perceel.
Verzoekster voert aan dat voorafgaand aan de vaststelling van het wijzigingsplan ten onrechte geen toedelingsonderzoek is uitgevoerd door de Landinrichtingscommissie, dat het wijzigingsplan in strijd is met de gemeentelijke notitie “Blijvend bos in de gemeente De Wolden” en het Provinciaal Omgevingsplan Drenthe, en dat de belangen van de agrariërs niet voldoende zijn meegenomen in de besluitvorming.
2.4.    Verweerder heeft in deze bezwaren geen aanleiding gezien goedkeuring aan het wijzigingsplan te onthouden.
2.5.    De Voorzitter overweegt ten aanzien van het verzoek als volgt.
Ter zitting is van de zijde van het college van burgemeester en wethouders toegezegd dat de aanlegvergunning voor het planten van bomen op het perceel, die inmiddels is aangevraagd, niet voor 15 september 2004 zal worden verleend. De Afdeling streeft ernaar de bodemzaak voor dit tijdstip ter zitting te behandelen. Gezien deze omstandigheden is met het verzoek geen spoedeisend belang gemoeid dat het treffen van een voorlopige voorziening rechtvaardigt.
2.6.     Het verzoek dient te worden afgewezen.
2.7.    Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3.    Beslissing
De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. J.C.K.W. Bartel, als Voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. P. Klein, ambtenaar van Staat.
w.g. Bartel    w.g. Klein
Voorzitter    ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 20 juli 2004.
176-409.