ECLI:NL:RVS:2004:AQ5728
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- R.W.L. Loeb
- E.M. Ouwehand
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening inzake bouwvergunning voor seniorenwoningen te Aalsmeer
Op 18 juni 2002 verleende het college van burgemeester en wethouders van Aalsmeer aan de Woningbouwvereniging Eigen Haard een vrijstelling en bouwvergunning voor het realiseren van 104 seniorenwoningen aan de Gerberastraat te Aalsmeer. Verzoekers, wonend te Aalsmeer, maakten bezwaar tegen dit besluit, maar het college verklaarde dit bezwaar op 19 november 2002 ongegrond. Hierop hebben verzoekers beroep ingesteld bij de rechtbank Amsterdam, die op 4 juni 2004 het beroep gegrond verklaarde en het besluit van het college vernietigde. Tegen deze uitspraak hebben zowel het college als de woningbouwvereniging hoger beroep ingesteld. Verzoekers hebben vervolgens de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De Voorzitter heeft het verzoek op 15 juli 2004 ter zitting behandeld. Tijdens deze zitting waren verzoekers vertegenwoordigd door een gemachtigde, terwijl het college werd vertegenwoordigd door mr. J.H.A. van der Grinten, advocaat te Amsterdam, en de woningbouwvereniging door mr. H.S. Weeda. Tijdens de behandeling werd duidelijk dat de bouw van de seniorenwoningen al in een vergevorderd stadium was, aangezien het hoogste punt van de bouwwerken al was bereikt. Dit leidde tot de conclusie dat er geen onverwijlde spoed meer aanwezig was voor het treffen van de gevraagde voorlopige voorziening, die beoogde de bouwvergunning te schorsen.
De Voorzitter heeft uiteindelijk besloten het verzoek om voorlopige voorziening af te wijzen, met de overweging dat de bouw al vergevorderd was en er geen termen waren voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 21 juli 2004.