ECLI:NL:RVS:2004:AQ6609
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- C.M. Ligtelijn-Van Bilderbeek
- E.M. Ouwehand
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening inzake bouwvergunning voor woningen en appartementen te Born
Op 12 november 2003 verleende het college van burgemeester en wethouders van Sittard-Geleen een bouwvergunning aan [vergunninghouder] voor het oprichten van 7 woningen en 8 appartementen op de locatie van een voormalige kleuterschool aan de Prinsbisdomstraat te Born. Dit besluit werd door verzoekers, die bezwaar maakten, ongegrond verklaard op 16 april 2004. Vervolgens werd het beroep dat verzoekers instelden tegen deze beslissing door de rechtbank Maastricht op 12 mei 2004 eveneens ongegrond verklaard. Hierop hebben verzoekers op 8 juli 2004 hoger beroep ingesteld bij de Raad van State en verzocht om een voorlopige voorziening.
De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft het verzoek op 22 juli 2004 behandeld. Tijdens de zitting waren verzoeker 1 en een vertegenwoordiger van het college aanwezig, evenals de vergunninghouder, vertegenwoordigd door T.J.E. Kitzen. De Voorzitter overwoog dat besluiten in het algemeen uitvoerbaar zijn, ook als daartegen een rechtsmiddel is aangewend, vooral wanneer de rechter in eerste aanleg het besluit heeft getoetst en het beroep ongegrond heeft verklaard.
De Voorzitter concludeerde dat er geen aanleiding was om aan te nemen dat de aangevallen uitspraak in de bodemprocedure niet in stand zou blijven. De bezwaren van verzoekers, met betrekking tot de hoogbouw en de geschiktheid in de omgeving, werden niet overtuigend bevonden. De Voorzitter merkte op dat slechts één van de woningen afwijkt van het bestemmingsplan en dat het appartementencomplex niet veel hoger is dan de toegestane woningbebouwing. Daarom werd het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 3 augustus 2004.