ECLI:NL:RVS:2004:AR2504
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- D. Dolman
- M.A. Voskamp
- Rechtspraak.nl
Bestemmingsplan Kotmanpark Enschede en voorlopige voorziening
Op 6 oktober 2003 heeft de gemeenteraad van Enschede het bestemmingsplan "Kotmanpark" vastgesteld. Dit besluit werd op 27 april 2004 goedgekeurd door het college van gedeputeerde staten van Overijssel. Verzoekster heeft op 25 juni 2004 beroep ingesteld tegen dit besluit en verzocht om een voorlopige voorziening. De Voorzitter heeft het verzoek behandeld op 20 augustus 2004, waarbij verzoekster werd vertegenwoordigd door mr. I.C. Dunhof-Lampe en drs. H.P. ter Kuile, en verweerder door mr. A. van Maurik. De gemeenteraad van Enschede was vertegenwoordigd door drs. J. van Noord.
De Voorzitter oordeelde dat het goedkeuringsbesluit van verweerder niet in strijd was met de wet en dat er geen aanleiding was om het plan niet goed te keuren. Verzoekster stelde dat de goedkeuring van het plan onterecht was, omdat de aan haar toebehorende bedrijfsbebouwing niet als winkelcentrum was bestemd. Ze voerde aan dat er geen goede belangenafweging had plaatsgevonden en dat het goedkeuringsbesluit in strijd was met het zorgvuldigheids- en motiveringsbeginsel. Ook stelde ze dat het plan niet economisch uitvoerbaar was en dat er geen bodemonderzoek was uitgevoerd.
De Voorzitter concludeerde dat het gemeentebestuur inmiddels in onderhandeling was met verzoekster over de verwerving van haar gronden en dat er een oplossing kon worden bereikt. Uiteindelijk werd het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, omdat de Voorzitter geen aanleiding zag om te twijfelen aan de redelijkheid van de belangenafweging door verweerder. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.