ECLI:NL:RVS:2004:AR4601

Raad van State

Datum uitspraak
21 oktober 2004
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
200403918/2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • D. Dolman
  • M.A. Voskamp
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening inzake bestemmingsplan 'De Groene Loper' in Helmond

Op 21 oktober 2004 heeft de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om een voorlopige voorziening met betrekking tot het bestemmingsplan 'De Groene Loper' in Helmond. Dit bestemmingsplan, vastgesteld door de gemeenteraad van Helmond op 30 september 2003, voorziet in de bouw van 330 woningen en natuur- en waterontwikkeling. Verzoekers, bestaande uit drie groepen inwoners van Helmond, hebben bezwaar gemaakt tegen de goedkeuring van dit plan door het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant. Zij vreesden dat de bouw van appartementencomplexen zou leiden tot aantasting van hun woongenot, privacy en de waarde van hun woningen.

De verzoeken om een voorlopige voorziening zijn ingediend op verschillende data in mei en september 2004. De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak heeft de verzoeken op 30 september 2004 ter zitting behandeld. Verzoekers sub 1 en sub 2 waren in persoon aanwezig, terwijl verzoeker sub 3 werd bijgestaan door een advocaat. De vertegenwoordiger van de verweerder, het college van gedeputeerde staten, was ook aanwezig, evenals vertegenwoordigers van de gemeenteraad van Helmond en een andere partij.

In zijn overwegingen concludeerde de Voorzitter dat de vereiste onverwijlde spoed voor het treffen van een voorlopige voorziening ontbrak. Er was geen aanvraag voor een bouwvergunning ingediend en de bouw was niet eerder dan januari 2006 voorzien. De Voorzitter wees de verzoeken af, maar merkte op dat verzoekers de mogelijkheid hebben om opnieuw schorsing van het bestreden besluit te vragen indien er een bouwvergunning wordt aangevraagd voor de appartementencomplexen. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 21 oktober 2004.

Uitspraak

200403918/2.
Datum uitspraak: 21 oktober 2004
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op verzoeken om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen onder meer:
1.    [verzoekers sub 1], beiden wonend te [woonplaats],
2.    [verzoekers sub 2], beiden wonend te [woonplaats],
3.    [verzoekers sub 3], allen wonend te [woonplaats],
en
het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant,
verweerder.
1.    Procesverloop
Bij besluit van 30 september 2003 heeft de gemeenteraad van Helmond het bestemmingsplan "De Groene Loper" vastgesteld.
Bij besluit van 23 maart 2004,  nummer 949798 heeft verweerder beslist over de goedkeuring van dit plan.
Tegen dit besluit hebben onder meer verzoekers sub 1 bij brief van 6 mei 2004, bij de Raad van State ingekomen op 11 mei 2004, verzoekers sub 2 bij brief van 24 mei 2004, bij de Raad van State ingekomen op 25 mei 2004, en verzoekers sub 3 bij brief van 25 mei 2004, bij de Raad van State ingekomen op 27 mei 2004, beroep ingesteld.
Bij brief van 8 mei 2004, bij de Raad van State ingekomen op 11 mei 2004, hebben verzoekers sub 1 de Voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen. Bij brief van 24 mei 2004, bij de Raad van State ingekomen op 25 mei 2004, hebben verzoekers sub 2 de Voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen. Bij brief van 14 september 2004, bij de Raad van State ingekomen op 16 september 2004, hebben verzoekers sub 3 de Voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De Voorzitter heeft de verzoeken ter zitting behandeld op 30 september 2004, waar verzoekers sub 1 in persoon, verzoekers sub 2 in persoon en bijgestaan door mr. H.B.J. Reijnders, advocaat, verzoekers sub 3 in persoon, en verweerder, vertegenwoordigd door mr. C.J.A.M. van der Meijde, ambtenaar van de provincie, zijn verschenen.
Voorts zijn de gemeenteraad van Helmond, vertegenwoordigd door mr. M.C. Boelens-Horn, drs. E. Persaud en mr A. Jansen, ambtenaren van de gemeente, en [partij] vertegenwoordigd door mr. D.M.C. Schuurmans, advocaat, daar verschenen.
2.    Overwegingen
2.1.    Het oordeel van de Voorzitter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
2.2.    Het plangebied ligt aan de noordzijde van Helmond en wordt begrensd door de Kanaaldijk, de golfbaan Overbrug, de Julianalaan, de wijken Zwanenbeemd en Overhorst en de Aarle-Rixtelseweg. Het plan voorziet in de bouw van 330 woningen en in natuur- en waterontwikkeling.
2.3.    Verzoekers stellen dat verweerder het plan ten onrechte heeft goedgekeurd. Zij voeren onder meer aan dat de in het plan voorziene appartementencomplexen zullen leiden aantasting van het woongenot en  de privacy en dat de waarde van de woningen zal dalen.
2.4.        Ten aanzien van het verzoek van verzoekers sub 3 overweegt de Voorzitter het volgende. Verzoekers verzetten zich tegen de bouw van een appartementencomplex aan de Kanaaldijk Zuid-West. Bij uitspraak van 7 september 2004 heeft de Voorzieningenrechter van de rechtbank ’s-Hertogenbosch de beslissing op het bezwaarschrift van verzoekers sub 3, waarbij de kapvergunning voor het gebied aan de Kanaaldijk Zuid-West is gehandhaafd, vernietigd. De Voorzieningenrechter is van oordeel dat nu vaststaat dat op het terrein beschermde diersoorten zoals dwergvleermuis en groene specht verblijven, het college van burgemeester en wethouders had moeten onderzoeken of door de kap van de houtopstand strijd zou kunnen ontstaan met de in artikel 10 en 11 van de Flora- en Faunawet neergelegde verboden. De Voorzieningenrechter heeft het primaire besluit waarbij de kapvergunning is verleend geschorst tot zes weken nadat opnieuw op het bezwaar is beslist. Ter zitting is namens het gemeentebestuur medegedeeld dat het bezwaarschrift opnieuw zal worden behandeld in de vergadering van de commissie voor de bezwaarschriften van 12 oktober 2004.
De Voorzitter verwacht niet op korte termijn een kapvergunning voor het gebied aan de Kanaaldijk Zuid-West die rechtens niet meer aantastbaar is. Niet gebleken is van een aanvraag voor een bouwvergunning voor het appartementencomplex. Gelet op het voorgaande is de Voorzitter van oordeel dat de ingevolge artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht vereiste onverwijlde spoed voor het treffen van een voorlopige voorziening ontbreekt. Het verzoek van verzoekers sub 3 komt derhalve niet voor inwilliging in aanmerking.
2.5.    Ten aanzien van de verzoeken van verzoekers sub 1 en sub 2 overweegt de Voorzitter het volgende. Verzoekers verzetten zich tegen de bouw van een appartementencomplex in het noordoosten van het plangebied. Ter zitting heeft de vertegenwoordiger van het gemeentebestuur medegedeeld dat nog geen aanvraag voor een bouwvergunning is ingediend en dat de bouw niet eerder dan januari 2006 is voorzien.
De Voorzitter is gelet op het voorgaande ook hier van oordeel dat de ingevolge artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht vereiste onverwijlde spoed voor het treffen van een voorlopige voorziening ontbreekt. Ook de verzoeken van verzoekers sub 1 en sub 2 komen derhalve niet voor inwilliging in aanmerking.
2.6.    Ten overvloede overweegt de Voorzitter dat het verzoekers vrij staat om opnieuw schorsing van het bestreden besluit te vragen indien voordat uitspraak is gedaan op de beroepen van verzoekers een bouwvergunning wordt aangevraagd voor de hierboven genoemde appartementencomplexen.
2.7.    Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3.    Beslissing
De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst de verzoeken af.
Aldus vastgesteld door dr. D. Dolman, als Voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. M.A. Voskamp, ambtenaar van Staat.
w.g. Dolman    w.g. Voskamp
Voorzitter    ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 21 oktober 2004
370.