ECLI:NL:RVS:2004:AR5061
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- R.W.L. Loeb
- I. Sluiter
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake gebruik opslagloods voor niet-agrarische activiteiten in Westland
Op 28 oktober 2004 heeft de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening. Het college van burgemeester en wethouders van Westland had op 17 maart 2003 een besluit genomen waarin de vergunninghouder werd gelast het gebruik van een opslagloods voor niet-agrarische activiteiten te beëindigen. Dit besluit werd door verzoekers aangevochten, waarna zij in hoger beroep gingen tegen de uitspraak van de rechtbank 's-Gravenhage, die hun beroep ongegrond had verklaard. De verzoekers vroegen de Voorzitter van de Raad van State om een voorlopige voorziening te treffen, hangende het hoger beroep.
Tijdens de zitting op 14 oktober 2004, waar verzoekers en vertegenwoordigers van het college aanwezig waren, werd het verzoek behandeld. De Voorzitter overwoog dat besluiten in het algemeen uitvoerbaar zijn, ook als daartegen een rechtsmiddel is aangewend. De rechtbank had in eerste aanleg het besluit getoetst en het beroep ongegrond verklaard, wat de Voorzitter in zijn overwegingen meeneemt.
De Voorzitter concludeerde dat er geen aanleiding was om aan te nemen dat de aangevallen uitspraak in de bodemprocedure niet in stand zou blijven. Er was geen concreet zicht op legalisering van het gebruik van de loods voor niet-agrarische activiteiten, en het college had zich in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen niet aan legalisering te willen meewerken. Het verzoek om voorlopige voorziening werd afgewezen, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum.