ECLI:NL:RVS:2004:AR5430
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- H. Beekhuis
- P. Plambeck
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in het kader van een revisievergunning voor een paardenhouderij en paardenfokkerij
Op 3 november 2004 heeft de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om een voorlopige voorziening. Dit verzoek was ingediend door een aantal verzoekers tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Reeuwijk, dat op 13 juli 2004 een revisievergunning had verleend voor een paardenhouderij annex paardenfokkerij. De vergunninghouder had de vergunning verkregen op basis van de Wet milieubeheer, en het besluit was op 15 juli 2004 ter inzage gelegd. De verzoekers vreesden voor stankhinder door de opslag van vaste mest op minder dan 50 meter afstand van hun woning. Tijdens de zitting op 14 oktober 2004 werd het verzoek behandeld, waarbij de verzoekers en de vertegenwoordiger van de gemeente aanwezig waren. De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak, H. Beekhuis, oordeelde dat de mestplaat, hoewel deze aanvankelijk binnen de 50 meter zou liggen, uiteindelijk op een afstand van ten minste 50 meter van de gevel van de woning van een derde zou worden gerealiseerd. Hierdoor zag de Voorzitter geen aanleiding om een voorlopige voorziening te treffen. Ook de overige bezwaren van de verzoekers, zoals geluidsoverlast en hinder van ongedierte, werden door de Voorzitter niet gegrond bevonden. De beslissing was dat het verzoek om een voorlopige voorziening werd afgewezen, en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum.