ECLI:NL:RVS:2004:AR5431
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- J.M. Boll
- J.C. Rijntjes-Lindhout
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening bestuursdwang voor opslag van propaan in Wijdewormer
In deze zaak heeft de Raad van State op 3 november 2004 uitspraak gedaan over een verzoek om voorlopige voorziening in het kader van bestuursdwang. De verzoekster, H.R.P. Recreatiemaatschappij B.V., had bezwaar gemaakt tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Wormerland, dat op 13 augustus 2004 bestuursdwang had toegepast voor een bovengronds reservoir voor de opslag van propaan op het perceel Oosterdwarsweg 8 te Wijdewormer. Dit reservoir had een inhoud van maximaal 5 m3.
De verzoekster verzocht de Voorzitter van de Raad van State om een voorlopige voorziening te treffen, omdat zij van mening was dat het besluit tot bestuursdwang onterecht was. De Voorzitter heeft het verzoek op 18 oktober 2004 ter zitting behandeld, waarbij zowel de verzoekster als de verweerder aanwezig waren. De verzoekster werd vertegenwoordigd door mr. I. Goedings, terwijl de verweerder werd vertegenwoordigd door ing. E. Houwertjes.
De Voorzitter overwoog dat er onvoldoende bewijs was dat het reservoir onmiddellijk verwijderd moest worden vanwege nadelige gevolgen voor het milieu. De begunstigingstermijn van zes weken was reeds verstreken, maar de Voorzitter besloot dat de belangen van de betrokken partijen in overweging genomen moesten worden. Uiteindelijk werd besloten om het besluit van het college van burgemeester en wethouders te schorsen tot zes weken na de bekendmaking van de beslissing op bezwaar.
Daarnaast werd het college van burgemeester en wethouders veroordeeld tot het betalen van proceskosten aan de verzoekster, alsook het vergoeden van het griffierecht. Deze uitspraak benadrukt de zorgvuldigheid die in acht moet worden genomen bij het toepassen van bestuursdwang en de noodzaak om de belangen van betrokkenen te wegen.