ECLI:NL:RVS:2004:AR5456
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- D. Dolman
- R.F.J. Bindels
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake vergunningen voor het uitzaaien van oesters en mosselen in de Oosterschelde
In deze zaak hebben verzoeksters, bestaande uit meerdere bedrijven gevestigd in Yerseke en Bruinisse, bezwaar gemaakt tegen de vergunningen die door de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit zijn verleend voor het uitzaaien van oesters en mosselen in het beschermd natuurmonument en staatsnatuurmonument "Oosterschelde-buitendijks". De vergunningen zijn verleend op 29 juli 2004, en de verzoeksters hebben op 6 oktober 2004 een verzoek ingediend om een voorlopige voorziening te treffen, omdat zij vreesden dat de opschortende werking van de bezwaarschriften hen zou schaden in hun bedrijfseconomische belangen. De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de verzoeken op 22 oktober 2004 behandeld. De Stichting Faunabescherming en de Vogelbescherming Nederland, samen met de Zeeuwse Milieufederatie, hebben bezwaar gemaakt tegen de vergunningen, stellende dat het uitzaaien van deze schelpdieren schadelijk zou zijn voor de inheemse flora en fauna in de Oosterschelde. De Voorzitter heeft overwogen dat de vergunningen zijn verleend op basis van het beleid van de verweerder, dat gericht is op het voorkomen van het introduceren van exoten in het gebied. Na beoordeling van de ingediende stukken en het deskundigenoordeel van het Expertisecentrum LNV, concludeert de Voorzitter dat er geen aanwijzingen zijn dat de vergunde activiteiten significante nadelige gevolgen zullen hebben voor de natuurwaarden van de Oosterschelde. Daarom heeft de Voorzitter besloten de opschortende werking van de bezwaarschriften op te heffen en de verzoeken toe te wijzen.