ECLI:NL:RVS:2004:AR5803
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- D. Dolman
- A.M.L. Hanrath
- Rechtspraak.nl
Bestemmingsplan 'Buitengebied' Harderwijk en verzoek om voorlopige voorziening
Op 8 november 2004 heeft de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende het bestemmingsplan 'Buitengebied' van de gemeente Harderwijk. Dit bestemmingsplan werd op 23 oktober 2003 vastgesteld door de gemeenteraad. Verweerder, het college van gedeputeerde staten van Gelderland, had op 18 mei 2004 goedkeuring verleend aan dit plan, maar verzoekers, die in de nabijheid wonen, hebben hiertegen beroep ingesteld. Zij vorderden een voorlopige voorziening omdat zij vreesden voor hinder van een geplande manege, die in het bestemmingsplan was opgenomen.
Tijdens de zitting op 22 oktober 2004, waar verzoekers en hun advocaat, mr. M. Kuiper, aanwezig waren, werd het verzoek behandeld. Verweerder werd vertegenwoordigd door mr. E.T. de Jong. De gemeenteraad van Harderwijk was ook vertegenwoordigd. Verzoekers stelden dat de goedkeuring van de bestemming 'Intensieve veehouderij' en de aanduiding 'manege' onterecht was verleend, omdat zij hinder verwachtten van stank, geluid, licht en stof. Ook werd aangevoerd dat er geen adequate ontsluiting van de manege zou zijn en dat er geen behoefte aan was.
De Voorzitter oordeelde dat het oordeel voorlopig was en niet bindend in de bodemprocedure. Hij concludeerde dat de gevreesde nadelige gevolgen van de manege niet zodanig waren dat het belang van verzoekers bij een ongestoord woon- en leefklimaat zwaarder woog dan het belang van de vestiging van de manege. De Voorzitter wees het verzoek om een voorlopige voorziening af, met de overweging dat in de milieuvergunning voorschriften kunnen worden opgenomen om overlast te voorkomen. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.
De uitspraak werd openbaar gemaakt op 8 november 2004.