ECLI:NL:RVS:2004:AR6752
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Th.G. Drupsteen
- W. van Hardeveld
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake geluidsbeperkingen voor horeca-inrichting te Groningen
In deze zaak heeft de stichting "Stichting ter bevordering van Interactieve Multiculturele Producties, Projectonderwijs en Theateractiviteiten" (verzoekster) bezwaar gemaakt tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Groningen (verweerder) van 14 september 2004. Dit besluit stelde nadere eisen aan de inrichting van verzoekster op het perceel Boterdiep 46 te Groningen, waarbij het ten gehore brengen van "levende muziek" werd verboden. Verzoekster heeft op 26 oktober 2004 de Voorzitter van de Raad van State verzocht om een voorlopige voorziening te treffen, omdat zij meende dat het verbod haar onevenredig zwaar zou treffen en haar voortbestaan bedreigde.
De Voorzitter heeft het verzoek op 18 november 2004 ter zitting behandeld, waar verzoekster werd vertegenwoordigd door mr. B.N. Kloostra, advocaat te Groningen, en verweerder door W. Brandsma, ambtenaar van de gemeente. Tijdens de zitting werd duidelijk dat er onvoldoende belangenafweging had plaatsgevonden tussen de belangen van verzoekster en die van een derde belanghebbende, een kamerverhuurbedrijf dat geluidsoverlast ondervond van de inrichting van verzoekster. De Voorzitter concludeerde dat er onvoldoende was onderzocht welke andere maatregelen genomen konden worden om de geluidsoverlast te beperken.
Op basis van deze overwegingen heeft de Voorzitter besloten om het besluit van verweerder te schorsen, met de voorwaarde dat verzoekster in de periode van schorsing niet meer dan twee avonden per week "levende muziek" mag laten horen tot uiterlijk 1.00 uur. Tevens werd verweerder veroordeeld in de proceskosten van verzoekster, die in totaal € 686,91 bedroegen, en werd het griffierecht van € 273,00 aan verzoekster vergoed. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 26 november 2004.