ECLI:NL:RVS:2004:AR7069

Raad van State

Datum uitspraak
30 november 2004
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
200408287/2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • D.A.C. Slump
  • A.M. van Meurs-Heuvel
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om voorlopige voorziening inzake niet tijdig beslissen op bezwaar tegen beslissing van de Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening

Op 23 augustus 2004 heeft verzoeker een brief ingediend bij de rechtbank Middelburg, waarin hij verzocht om een voorlopige voorziening. Dit verzoek was gericht tegen het niet tijdig beslissen op zijn bezwaar tegen een beslissing van de Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer. Na toepassing van artikel 6:15 van de Algemene wet bestuursrecht, werd het verzoek op 8 oktober 2004 ingediend bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. De zitting vond plaats op 25 november 2004, waar verzoeker werd vertegenwoordigd door mr. F.C.M. van Gurp, en de minister door mr. M. Piras.

Tijdens de zitting deed de minister de toezegging dat de beslissing op bezwaar binnen één maand na de zitting zou worden genomen. Verzoeker trok daarop zijn verzoek om een voorlopige voorziening in en vroeg de Voorzitter om de minister te veroordelen in de proceskosten die hij had gemaakt. De minister stemde in met dit verzoek.

De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak heeft vervolgens beslist dat de Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer veroordeeld wordt in de proceskosten van verzoeker, tot een bedrag van € 322,00, en dat het door verzoeker betaalde griffierecht van € 136,00 vergoed dient te worden door de Staat der Nederlanden. Deze beslissing werd openbaar uitgesproken op 30 november 2004.

Uitspraak

200408287/2.
Datum uitspraak: 30 november 2004
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak op het verzoek van:
[verzoeker], wonend te [woonplaats],
om proceskostenveroordeling in geval van intrekking van een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht).
1.    Procesverloop
Bij brief, bij de rechtbank Middelburg ingekomen op 23 augustus 2004, en na toepassing van artikel 6:15 van de Algemene wet bestuursrecht op 8 oktober 2004 ingekomen bij de Afdeling bestuursrechtspraak, heeft verzoeker de Voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen ter zake van het niet tijdig beslissen op zijn bezwaar tegen een beslissing van de Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (hierna: de minister).
De Voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 25 november 2004, waar verzoeker, vertegenwoordigd door mr. F.C.M. van Gurp, advocaat te Goes, en de minister, vertegenwoordigd door mr. M. Piras, ambtenaar ten departemente, zijn verschenen.
2.    Overwegingen
2.1.    Ingevolge artikel 8:84, vierde lid, gelezen in samenhang met artikel 8:75a, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht kan, in geval van intrekking van het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening omdat het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk aan de indiener van het verzoekschrift is tegemoetgekomen, dat bestuursorgaan bij afzonderlijke uitspraak in de proceskosten als bedoeld in artikel 8:75 van die wet worden veroordeeld.
2.2.    Ter zitting heeft verzoeker, nadat namens de minister de toezegging is gedaan dat de beslissing op bezwaar binnen één maand na heden zal worden genomen, het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening ingetrokken en heeft hij de Voorzitter verzocht de minister te veroordelen in de door hem gemaakte proceskosten. Namens de minister is ter zitting met dit verzoek ingestemd.
2.3.    Beslist wordt derhalve als volgt.
3.    Beslissing
De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I.    veroordeelt de Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke     Ordening en Milieubeheer in de door verzoeker in verband met de     behandeling van het verzoek gemaakte proceskosten tot een     bedrag van € 322,00, welk bedrag geheel is toe te rekenen aan     door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand; het bedrag     dient door de Staat der Nederlanden (ministerie van     Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer te worden     betaald aan verzoeker;
II.    gelast dat de Staat der Nederlanden (het Ministerie van     Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening) aan verzoeker het door     hemvoor de behandeling van het verzoek betaalde griffierecht (€ 136,00) vergoedt.
Aldus vastgesteld door mr. D.A.C. Slump, Voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. A.M. van Meurs-Heuvel, ambtenaar van Staat.
w.g. Slump w.g. Van Meurs-Heuvel
Voorzitter    ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 30 november 2004
47-465