ECLI:NL:RVS:2004:AR7077
Raad van State
- Hoger beroep
- R.W.L. Loeb
- W.D.M. van Diepenbeek
- J.H. van Kreveld
- M.J.M. Mathot
- Rechtspraak.nl
Weigering verstrekking adresgegevens van kinderen door college van burgemeester en wethouders
In deze zaak heeft het college van burgemeester en wethouders van Heemstede op 23 oktober 2002 geweigerd om de adresgegevens van de drie kinderen van appellant te verstrekken. Appellant heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar het college heeft dit bezwaar op 25 maart 2003 ongegrond verklaard. Vervolgens heeft appellant beroep ingesteld bij de rechtbank Haarlem, die op 29 maart 2004 de uitspraak van het college heeft bevestigd en het beroep ongegrond verklaard. Appellant heeft hiertegen hoger beroep ingesteld bij de Raad van State, dat op 13 mei 2004 is ingediend. De gronden van het beroep zijn later aangevuld op 9 juni 2004. Tijdens de zitting op 15 november 2004 is appellant in persoon verschenen, terwijl het college werd vertegenwoordigd door ambtenaren van de gemeente. Ook de vroegere echtgenote van appellant heeft zich laten bijstaan door een advocaat en heeft een memorie ingediend.
De Raad van State heeft in zijn overwegingen gekeken naar de relevante wetgeving, met name artikel 100 van de Wet GBA, dat de verstrekking van gegevens aan natuurlijke personen regelt. Het college kan gegevens verstrekken aan personen met schriftelijke toestemming van de ingeschrevene. De Raad heeft vastgesteld dat de vroegere echtgenote van appellant heeft verklaard dat appellant beschikt over de opgevraagde adresgegevens, en dat appellant deze verklaring niet heeft weersproken. Hierdoor concludeert de Raad dat appellant geen belang heeft bij het hoger beroep, wat leidt tot de beslissing dat het hoger beroep niet-ontvankelijk is verklaard.
De uitspraak is gedaan in naam der Koningin en is openbaar uitgesproken op 8 december 2004. De Raad van State heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.