Uitspraak
200408326/2in de kosten veroordeeld, zodat gelet op de samenhang met die zaak geen kostenveroordeling in deze zaak wordt uitgesproken.
Raad van State
Op 3 december 2004 heeft de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening inzake een bouwvergunning voor een windturbine in de gemeente Littenseradiel. Het college van burgemeester en wethouders had op 22 augustus 2001 een bouwvergunning geweigerd voor een windturbine met een ashoogte van 40 meter. Na bezwaar van de vergunninghouder werd op 24 oktober 2003 de eerdere weigering herroepen en werd alsnog een bouwvergunning verleend voor een windturbine met een ashoogte van 35 meter. De vereniging 'It Fryske Gea', als verzoekster, ging in hoger beroep tegen deze beslissing en vroeg de Voorzitter van de Raad van State om een voorlopige voorziening.
De Voorzitter heeft op 18 november 2004 de zaak behandeld, waarbij verzoekster werd bijgestaan door haar advocaat en het college vertegenwoordigd was door een ambtenaar. Ook de vergunninghouder was aanwezig, vertegenwoordigd door een gemachtigde en een deskundige. De Voorzitter oordeelde dat het oordeel van de rechtbank, die het beroep van verzoekster ongegrond had verklaard, voorlopig niet bindend was. De Voorzitter constateerde dat het aangepaste bouwplan in strijd was met het geldende bestemmingsplan, dat windturbines met een ashoogte van 35 meter toestond, maar niet met een ashoogte van 40 meter.
Gelet op de betrokken belangen en de omstandigheden van de zaak, besloot de Voorzitter om het besluit van het college van burgemeester en wethouders van 24 oktober 2003 te schorsen en gelastte dat de gemeente Littenseradiel het griffierecht aan verzoekster vergoedde. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 3 december 2004.