ECLI:NL:RVS:2004:AR7093

Raad van State

Datum uitspraak
3 december 2004
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
200408329/2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • H. Troostwijk
  • J.H. Roelfsema
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening inzake bouwvergunning voor windturbine in Littenseradiel

Op 3 december 2004 heeft de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening inzake een bouwvergunning voor een windturbine in de gemeente Littenseradiel. Het college van burgemeester en wethouders had op 22 augustus 2001 een bouwvergunning geweigerd voor een windturbine met een ashoogte van 40 meter. Na bezwaar van de vergunninghouder werd op 24 oktober 2003 de eerdere weigering herroepen en werd alsnog een bouwvergunning verleend voor een windturbine met een ashoogte van 35 meter. De vereniging 'It Fryske Gea', als verzoekster, ging in hoger beroep tegen deze beslissing en vroeg de Voorzitter van de Raad van State om een voorlopige voorziening.

De Voorzitter heeft op 18 november 2004 de zaak behandeld, waarbij verzoekster werd bijgestaan door haar advocaat en het college vertegenwoordigd was door een ambtenaar. Ook de vergunninghouder was aanwezig, vertegenwoordigd door een gemachtigde en een deskundige. De Voorzitter oordeelde dat het oordeel van de rechtbank, die het beroep van verzoekster ongegrond had verklaard, voorlopig niet bindend was. De Voorzitter constateerde dat het aangepaste bouwplan in strijd was met het geldende bestemmingsplan, dat windturbines met een ashoogte van 35 meter toestond, maar niet met een ashoogte van 40 meter.

Gelet op de betrokken belangen en de omstandigheden van de zaak, besloot de Voorzitter om het besluit van het college van burgemeester en wethouders van 24 oktober 2003 te schorsen en gelastte dat de gemeente Littenseradiel het griffierecht aan verzoekster vergoedde. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 3 december 2004.

Uitspraak

200408329/2.
Datum uitspraak: 3 december 2004
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) hangende het hoger beroep van:
de vereniging "It Fryske Gea", gevestigd te Leeuwarden,
verzoekster,
tegen de uitspraak van de rechtbank Leeuwarden van 31 augustus 2004 in het geding tussen:
verzoekster
en
het college van burgemeeester en wethouders van Littenseradiel.
1.    Procesverloop
Bij besluit van 22 augustus 2001 heeft het college van burgemeester en wethouders van Littenseradiel (hierna: het college) aan [vergunninghouder] bouwvergunning geweigerd voor een windturbine met een ashoogte van 40 meter op het perceel [locatie] te [plaats].
Nadat het college [vergunninghouder] in de gelegenheid heeft gesteld het bouwplan aan te passen, heeft het bij besluit van 24 oktober 2003 het tegen het besluit van 29 augustus 2001 door hem gemaakte bezwaar gegrond verklaard, dat besluit herroepen, en hem alsnog bouwvergunning verleend voor een windturbine met een ashoogte van 35 meter.
Bij uitspraak van 31 augustus 2004, verzonden op dezelfde dag, heeft de rechtbank Leeuwarden (hierna: de rechtbank) het daartegen door verzoekster ingestelde beroep ongegrond verklaard.
Tegen deze uitspraak heeft verzoekster bij brief van 8 oktober 2004, bij de Raad van State ingekomen op dezelfde dag, hoger beroep ingesteld.
Bij brief van 8 oktober 2004, bij de Raad van State ingekomen op dezelfde dag, heeft verzoekster de Voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De Voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 18 november 2004, waar verzoekster in persoon, bijgestaan door mr. J. Veltman, advocaat te Groningen, en het college, vertegenwoordigd door B. Kroese, ambtenaar van de gemeente, zijn verschenen. Voorts is gehoord [vergunninghouder], vertegenwoordigd door mr. E. Wiarda, gemachtigde, bijgestaan door ing. B. Dijkstra, deskundige.
2.    Overwegingen
2.1.    Het oordeel van de Voorzitter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
2.2.    Verzoekster betwist het oordeel van de rechtbank dat het college terecht bouwvergunning heeft verleend voor een windturbine met een ashoogte van 35 meter.
2.3.    Ingevolge het ten tijde van het primaire besluit geldende bestemmingsplan “Buitengebied-West” was een windturbine met een ashoogte van 35 m toegestaan en kon bouwvergunning voor een windturbine met een ashoogte van 40 meter worden verleend met toepassing van vrijstelling als bedoeld in artikel 15 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. Vast staat dat het ten tijde van de beslissing op bezwaar geldende herziene bestemmingsplan “Buitengebied-West” windturbines niet toestaat zodat het aangepaste bouwplan in strijd met dit bestemmingsplan is. Onder die omstandigheden is niet op voorhand buiten twijfel dat bij de beslissing op bezwaar terecht bouwvergunning is verleend voor dat bouwplan en de aangevallen uitspraak in de bodemprocedure in stand zal blijven.
2.4.    Gelet hierop en op de betrokken belangen bestaat aanleiding voor het treffen van de na te melden voorlopige voorziening.
2.5.    Het college is in de uitspraak in zaaknr.
200408326/2in de kosten veroordeeld, zodat gelet op de samenhang met die zaak geen kostenveroordeling in deze zaak wordt uitgesproken.
3.    Beslissing
De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I.    schorst bij wijze van voorlopige voorziening het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Littenseradiel van 24 oktober 2003, BK;
II.    gelast dat de gemeente Littenseradiel aan verzoekster het door haar voor de behandeling van het verzoek betaalde griffierecht (€ 409,00) vergoedt.
Aldus vastgesteld door mr. H. Troostwijk, als Voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. J.H. Roelfsema, ambtenaar van Staat.
w.g. Troostwijk    w.g. Roelfsema
Voorzitter    ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 3 december 2004
58-412.