Uitspraak
200408326/2in de kosten veroordeeld, zodat gelet op de samenhang met die zaak geen kostenveroordeling in deze zaak wordt uitgesproken.
Raad van State
Op 3 december 2004 heeft de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening. Dit verzoek was ingediend door de vereniging 'It Fryske Gea' tegen besluiten van het college van burgemeester en wethouders van Littenseradiel, die op 19 februari en 5 maart 2002 een vrijstelling en bouwvergunning verleenden voor de bouw van een windturbine met een ashoogte van 40 meter. Na bezwaar van verzoekster heeft het college op 24 oktober 2003 de eerdere besluiten herroepen en een bouwvergunning verleend voor een windturbine met een ashoogte van 35 meter.
Verzoekster heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Leeuwarden van 31 augustus 2004, waarin het beroep ongegrond werd verklaard. Tijdens de zitting op 18 november 2004 heeft de Voorzitter het verzoek behandeld, waarbij verzoekster werd bijgestaan door haar advocaat en het college vertegenwoordigd was door een ambtenaar. Ook de vergunninghouder was aanwezig, vertegenwoordigd door een gemachtigde en een deskundige.
De Voorzitter oordeelde dat het oordeel van de rechtbank voorlopig was en niet bindend in de bodemprocedure. Verzoekster betwistte de rechtmatigheid van de verleende bouwvergunning voor de windturbine met een ashoogte van 35 meter, maar de Voorzitter concludeerde dat de vergunning op basis van het geldende bestemmingsplan was verleend. Gezien de betrokken belangen werd besloten om de voorlopige voorziening te treffen, waarbij het besluit van het college van 24 oktober 2003 werd geschorst en de gemeente Littenseradiel werd gelast om het griffierecht aan verzoekster te vergoeden.