ECLI:NL:RVS:2004:AR7096

Raad van State

Datum uitspraak
3 december 2004
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
200408326/2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • H. Troostwijk
  • J.H. Roelfsema
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening inzake bouwvergunning voor windturbine in Littenseradiel

Op 3 december 2004 heeft de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening. De zaak betreft een bouwvergunning die door het college van burgemeester en wethouders van Littenseradiel op 29 augustus 2001 was geweigerd voor de bouw van een windturbine met een ashoogte van 40 meter. De vergunninghouder had bezwaar gemaakt tegen deze weigering, waarop het college op 24 oktober 2003 besloot het bezwaar gegrond te verklaren en alsnog een bouwvergunning te verlenen voor een windturbine met een ashoogte van 35 meter. Dit besluit werd door de rechtbank Leeuwarden op 31 augustus 2004 ongegrond verklaard, waarna verzoekster, de vereniging 'It Fryske Gea', hoger beroep instelde en verzocht om een voorlopige voorziening.

Tijdens de zitting op 18 november 2004 werd het verzoek behandeld. Verzoekster was vertegenwoordigd door een gemachtigde en een advocaat, terwijl het college werd vertegenwoordigd door een ambtenaar. Ook de vergunninghouder was aanwezig, vertegenwoordigd door een gemachtigde en een deskundige. De Voorzitter oordeelde dat het oordeel van de rechtbank voorlopig was en niet bindend in de bodemprocedure. De Voorzitter concludeerde dat de bouwvergunning voor de windturbine met een ashoogte van 35 meter terecht was verleend, maar dat het aangepaste bouwplan in strijd was met het geldende bestemmingsplan.

De Voorzitter besloot om de voorlopige voorziening te treffen door het besluit van het college van 24 oktober 2003 te schorsen. Tevens werd het college veroordeeld in de proceskosten van verzoekster tot een bedrag van € 1008,91, en moest de gemeente Littenseradiel het griffierecht van € 409,00 vergoeden. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 3 december 2004.

Uitspraak

200408326/2.
Datum uitspraak: 3 december 2004
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) hangende het hoger beroep van:
de vereniging "It Fryske Gea", gevestigd te Leeuwarden,
verzoekster,
tegen de uitspraak van de rechtbank Leeuwarden van 31 augustus 2004 in het geding tussen:
verzoekster
en
het college van burgemeester en wethouders van Littenseradiel.
1.    Procesverloop
Bij besluit van 29 augustus 2001 heeft het college van burgemeester en wethouders van Littenseradiel (hierna: het college) aan [vergunninghouder] bouwvergunning geweigerd voor een windturbine met een ashoogte van 40 meter op het perceel [locatie] te [plaats].
Nadat het college [vergunninghouder] in de gelegenheid heeft gesteld het bouwplan aan te passen, heeft het bij besluit van 24 oktober 2003 het tegen het besluit van 29 augustus 2001 door hem gemaakte bezwaar gegrond verklaard, dat besluit herroepen, en hem alsnog bouwvergunning verleend voor een windturbine met een ashoogte van 35 meter.
Bij uitspraak van 31 augustus 2004, verzonden op dezelfde dag, heeft de rechtbank Leeuwarden (hierna: de rechtbank) het daartegen door verzoekster ingestelde beroep ongegrond verklaard.
Tegen deze uitspraak heeft verzoekster bij brief van 8 oktober 2004, bij de Raad van State ingekomen op dezelfde dag, hoger beroep ingesteld.
Bij brief van 8 oktober 2004, bij de Raad van State ingekomen op dezelfde dag, heeft verzoekster de Voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De Voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 18 november 2004, waar verzoekster, vertegenwoordigd door [gemachtigde], bijgestaan door mr. J. Veltman, advocaat te Groningen, en het college, vertegenwoordigd door B. Kroese, ambtenaar van de gemeente, zijn verschenen.
Voorts is gehoord [vergunninghouder], vertegenwoordigd door mr. E. Wiarda, gemachtigde, bijgestaan door ing. B. Dijkstra, deskundige.
2.    Overwegingen
2.1.    Het oordeel van de Voorzitter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
2.2.    Verzoekster betwist het oordeel van de rechtbank dat het college terecht bouwvergunning heeft verleend voor een windturbine met een ashoogte van 35 meter.
2.3.    Ingevolge het ten tijde van het primaire besluit geldende bestemmingsplan “Buitengebied-West” was een windturbine met een ashoogte van 35 m toegestaan en kon bouwvergunning voor een windturbine met een ashoogte van 40 meter worden verleend met toepassing van vrijstelling als bedoeld in artikel 15 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. Vast staat dat het ten tijde van de beslissing op bezwaar geldende herziene bestemmingsplan “Buitengebied-West” windturbines niet toestaat zodat het aangepaste bouwplan in strijd met dit bestemmingsplan is . Onder die omstandigheden is niet op voorhand buiten twijfel dat bij de beslissing op bezwaar terecht bouwvergunning is verleend voor dat bouwplan en de aangevallen uitspraak in de bodemprocedure in stand zal blijven.
2.4.    Gelet hierop en op de betrokken belangen bestaat aanleiding voor het treffen van de na te melden voorlopige voorziening.
2.5.    Het college dient op na te melden wijze in de proceskosten te worden veroordeeld, waarbij in aanmerking is genomen dat ten aanzien van deze zaak en zaaknummers 200408327/2 tot en met 200408337/2 en 200408339/2 sprake is van samenhangende zaken.
3.    Beslissing
De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I.    schorst bij wijze van voorlopige voorziening het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Littenseradiel van 24 oktober 2003, BK;
II.    veroordeelt het college van burgemeester en wethouders van Littenseradiel in de door verzoekster in verband met de behandeling van het verzoek gemaakte proceskosten tot een bedrag van € 1008,91, waarvan € 644,00 is toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand; het bedrag dient door de gemeente Littenseradiel te worden betaald aan verzoekster;
III.    gelast dat de gemeente Littenseradiel aan verzoekster het door haar voor de behandeling van het verzoek betaalde griffierecht (€ 409,00) vergoedt.
Aldus vastgesteld door mr. H. Troostwijk, als Voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. J.H. Roelfsema, ambtenaar van Staat.
w.g. Troostwijk    w.g. Roelfsema
Voorzitter    ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 3 december 2004
58-412.