Uitspraak
200408326/2in de kosten veroordeeld, zodat gelet op de samenhang met die zaak geen kostenveroordeling in deze zaak wordt uitgesproken.
Raad van State
Op 3 december 2004 heeft de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening. De zaak betreft een bouwvergunning die door het college van burgemeester en wethouders van Littenseradiel op 29 augustus 2001 was geweigerd voor een windturbine met een ashoogte van 40 meter. De verzoekster, de vereniging 'It Fryske Gea', heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Leeuwarden, die op 1 september 2004 het beroep ongegrond had verklaard. De verzoekster heeft op 8 oktober 2004 verzocht om een voorlopige voorziening, die op 18 november 2004 ter zitting werd behandeld.
Tijdens de zitting zijn de verzoekster en haar advocaat, mr. J. Veltman, verschenen, evenals de vertegenwoordiger van het college, B. Kroese, en de vergunninghouder, vertegenwoordigd door mr. E. Wiarda en ing. B. Dijkstra. De Voorzitter heeft overwogen dat het oordeel voorlopig is en niet bindend in de bodemprocedure. De Voorzitter heeft vastgesteld dat het college in een eerder besluit op 24 oktober 2003 de bouwvergunning voor een windturbine met een ashoogte van 35 meter had verleend, maar dat het herziene bestemmingsplan geen windturbines toestaat.
Gelet op de betrokken belangen heeft de Voorzitter besloten om de voorlopige voorziening te treffen. De beslissing houdt in dat het besluit van het college van 24 oktober 2003 wordt geschorst en dat de gemeente Littenseradiel het griffierecht van € 409,00 aan de verzoekster moet vergoeden. Deze uitspraak is openbaar uitgesproken op 3 december 2004.