ECLI:NL:RVS:2004:AR7102

Raad van State

Datum uitspraak
3 december 2004
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
200408335/2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • H. Troostwijk
  • J.H. Roelfsema
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening inzake bouwvergunning voor windturbine in Littenseradiel

Op 3 december 2004 heeft de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening. Dit verzoek was ingediend door de vereniging 'It Fryske Gea' tegen besluiten van het college van burgemeester en wethouders van Littenseradiel, die op 19 februari en 5 maart 2002 een bouwvergunning en vrijstelling verleenden voor de bouw van een windturbine met een ashoogte van 40 meter. De vereniging had eerder bezwaar gemaakt tegen deze besluiten, wat leidde tot een herziening van de bouwvergunning, waarbij de ashoogte werd verlaagd naar 35 meter. De rechtbank Leeuwarden verklaarde het beroep van de vereniging op 31 augustus 2004 ongegrond.

De Voorzitter heeft het verzoek om voorlopige voorziening behandeld op 18 november 2004. Tijdens deze zitting waren zowel de verzoekster als vertegenwoordigers van het college en de vergunninghouder aanwezig. De Voorzitter oordeelde dat de bouwvergunning voor de windturbine met een ashoogte van 35 meter in overeenstemming was met het bestemmingsplan 'Buitengebied-West', dat destijds van kracht was. Echter, het herziene bestemmingsplan stond geen windturbines meer toe, waardoor de vergunning voor de 40 meter hoge turbine in strijd was met het bestemmingsplan.

De Voorzitter besloot om de bouwvergunning van 24 oktober 2003 te schorsen en gelastte dat de gemeente Littenseradiel het griffierecht van € 409,00 aan de verzoekster vergoedt. Deze uitspraak heeft een voorlopig karakter en is niet bindend voor de bodemprocedure.

Uitspraak

200408335/2.
Datum uitspraak: 3 december 2004
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) hangende het hoger beroep van onder meer:
de vereniging "It Fryske Gea", gevestigd te Leeuwarden,
verzoekster,
tegen de uitspraak van de rechtbank Leeuwarden van 31 augustus 2004 in het geding tussen:
verzoekster
en
het college van burgemeester en wethouders van Littenseradiel.
1.    Procesverloop
Bij besluiten van 19 februari 2002 en 5 maart 2002 heeft het college van burgemeester en wethouders van Littenseradiel (hierna: het college) aan [vergunninghouder] vrijstelling respectievelijk bouwvergunning verleend voor een windturbine met een ashoogte van 40 meter op het perceel [locatie] te [plaats].
Nadat het college [vergunninghouder] in de gelegenheid heeft gesteld het bouwplan aan te passen, heeft het bij besluit van 24 oktober 2003 het tegen die besluiten door verzoekster gemaakte bezwaar gegrond verklaard, die besluiten herroepen, en [vergunninghouder] alsnog bouwvergunning verleend voor een windturbine met een ashoogte van 35 meter.
Bij uitspraak van 31 augustus 2004, verzonden op dezelfde dag, heeft de rechtbank Leeuwarden (hierna: de rechtbank) het daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard.
Tegen deze uitspraak heeft onder meer verzoekster bij brief van 8 oktober 2004, bij de Raad van State ingekomen op dezelfde dag, hoger beroep ingesteld.
Bij brief van 8 oktober 2004, bij de Raad van State ingekomen op dezelfde dag, heeft verzoekster de Voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De Voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 18 november 2004, waar verzoekster, vertegenwoordigd door [gemachtigde], bijgestaan door mr. J. Veltman, advocaat te Groningen, en het college, vertegenwoordigd door B. Kroese, ambtenaar van de gemeente, zijn verschenen.
Voorts is gehoord [vergunninghouder], vertegenwoordigd door mr. E. Wiarda, gemachtigde, bijgestaan door ing. B. Dijkstra, deskundige.
2.    Overwegingen
2.1.    Het oordeel van de Voorzitter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
2.2.    Verzoekster betwist het oordeel van de rechtbank dat het college terecht bouwvergunning heeft verleend voor een windturbine met een ashoogte van 35 meter.
2.3.    Ingevolge het ten tijde van het primaire besluit geldende bestemmingsplan “Buitengebied-West” was een windturbine met een ashoogte van 35 m toegestaan en kon bouwvergunning voor een windturbine met een ashoogte van 40 meter worden verleend met toepassing van vrijstelling als bedoeld in artikel 15 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. Vast staat dat het ten tijde van de beslissing op bezwaar geldende herziene bestemmingsplan “Buitengebied-West” windturbines niet toestaat zodat het aangepaste bouwplan in strijd met dit bestemmingsplan is . Onder die omstandigheden is niet op voorhand buiten twijfel dat bij de beslissing op bezwaar terecht bouwvergunning is verleend voor dat bouwplan en de aangevallen uitspraak in de bodemprocedure in stand zal blijven.
2.4.    Gelet hierop en op de betrokken belangen bestaat aanleiding voor het treffen van de na te melden voorlopige voorziening.
2.5.    Het college is in de uitspraak in zaaknr.
200408326/2in de kosten veroordeeld, zodat gelet op de samenhang met die zaak geen kostenveroordeling in deze zaak wordt uitgesproken.
3.    Beslissing
De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I.    schorst bij wijze van voorlopige voorziening het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Littenseradiel van 24 oktober 2003, BK;
II.    gelast dat de gemeente Littenseradiel aan verzoekster het door haar voor de behandeling van het verzoek betaalde griffierecht (€ 409,00) vergoedt.
Aldus vastgesteld door mr. H. Troostwijk, als Voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. J.H. Roelfsema, ambtenaar van Staat.
w.g. Troostwijk    w.g. Roelfsema
Voorzitter    ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 3 december 2004
58-412.