ECLI:NL:RVS:2004:AR7546
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- D.A.C. Slump
- J.H. Roelfsema
- Rechtspraak.nl
Weigering bouwvergunning en verzoek om voorlopige voorziening in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft het college van burgemeester en wethouders van Boxtel op 30 september 2003 een bouwvergunning geweigerd voor de vergroting van een woning en een bedrijfsruimte op een perceel in Boxtel. Tevens is aan de verzoeker een dwangsom opgelegd om een zonder bouwvergunning gerealiseerde uitbreiding van de woning te slopen. De verzoeker heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar het college heeft dit bezwaar ongegrond verklaard op 13 april 2004. Vervolgens heeft de rechtbank 's-Hertogenbosch op 30 september 2004 het beroep van de verzoeker tegen deze beslissing ongegrond verklaard.
Tegen deze uitspraak heeft de verzoeker op 3 november 2004 hoger beroep ingesteld bij de Raad van State en verzocht om een voorlopige voorziening. De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak heeft het verzoek op 25 november 2004 ter zitting behandeld, waarbij de verzoeker werd bijgestaan door zijn advocaat, mr. D. van Hijkoop, en het college werd vertegenwoordigd door ambtenaar M.W.C. Heesbeen.
De Voorzitter heeft overwogen dat het oordeel voorlopig is en niet bindend in de bodemprocedure. De bestaande woning op het perceel overschrijdt de toegestane inhoud van 600 m³, zoals vastgelegd in het bestemmingsplan. De verzoeker heeft niet kunnen aantonen dat het college onterecht de bouwvergunning heeft geweigerd. De mogelijkheid van een vergunningvrije vergroting van de woning biedt geen reden voor schorsing van het dwangsombesluit. De Voorzitter concludeert dat er geen aanleiding is voor het treffen van een voorlopige voorziening en wijst het verzoek af. De beslissing is openbaar uitgesproken op 9 december 2004.