ECLI:NL:RVS:2004:AR7935
Raad van State
- Hoger beroep
- J.H.B. van der Meer
- O. van Loon
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep tegen raadsbesluit over referendum inzake bouwverordening
In deze zaak heeft de Raad van State op 13 december 2004 uitspraak gedaan over de niet-ontvankelijkheid van een beroep dat was ingesteld door een appellant, die beweerdelijk optreedt namens de vereniging "IJsclub Wognum". Het beroep was gericht tegen een besluit van het College van burgemeester en wethouders van Wognum, dat op 22 april 2004 had besloten dat er een raadgevend correctief referendum kon worden gehouden over een raadsbesluit van 13 april 2004, betreffende de 1.11e wijziging van de model-bouwverordening. De appellant had zijn beroep ingediend op 27 april 2004, maar had geen bewijs overgelegd waaruit bleek dat hij daadwerkelijk de vereniging vertegenwoordigde. Ondanks een aanmaning om deze stukken te overleggen, heeft de appellant hier geen gebruik van gemaakt.
De Raad van State overwoog dat, op basis van de Algemene wet bestuursrecht, het beroep niet-ontvankelijk verklaard moest worden, omdat de appellant niet had voldaan aan de verplichting om griffierecht te betalen. De appellant was op de hoogte gesteld van deze verplichting en had de gelegenheid gekregen om het griffierecht voor 25 november 2004 te voldoen, maar had dit nagelaten. De Raad van State concludeerde dat er geen feiten of omstandigheden waren die erop wezen dat de appellant niet in verzuim was geweest. Daarom werd het beroep niet-ontvankelijk verklaard, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.
De uitspraak benadrukt het belang van het indienen van de juiste documenten en het voldoen aan procesvoorwaarden, zoals het betalen van griffierecht, om ontvankelijkheid van een beroep te waarborgen. De beslissing werd genomen in naam der Koningin, en de uitspraak werd openbaar uitgesproken op 13 december 2004.