ECLI:NL:RVS:2004:AR7956
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- H. Beekhuis
- P. Plambeck
- Rechtspraak.nl
Weigering vergunning voor hondenkennel op basis van geluidshinder
In deze zaak heeft de Raad van State op 15 december 2004 uitspraak gedaan over een verzoek om voorlopige voorziening naar aanleiding van de weigering van een vergunning voor het oprichten van een hondenkennel, -pension en -school. De vergunning was aangevraagd door verzoekster voor een locatie in de gemeente Grootegast. Het college van burgemeester en wethouders van Grootegast had op 29 juni 2004 besloten om de vergunning te weigeren op basis van de Wet milieubeheer, omdat de verwachte geluidshinder van de honden niet binnen de toegestane normen viel. Dit besluit werd op 8 juli 2004 ter inzage gelegd.
Verzoekster heeft op 16 augustus 2004 beroep ingesteld tegen dit besluit en verzocht om een voorlopige voorziening. Tijdens de zitting op 14 oktober 2004 heeft verzoekster haar bezwaren toegelicht, waarbij zij aanvoerde dat het besluit onzorgvuldig was genomen. Ze stelde dat er geen meting was verricht om de blaftijd van de honden te onderbouwen en dat niet was onderzocht of een beperkter aantal honden mogelijk was. Ook betoogde zij dat verweerder niet voldoende had gemotiveerd waarom de geluidnorm van 46,5 dB(A) in de dagperiode niet vergunbaar was.
De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak heeft overwogen dat de beoordeling van de geluidshinder was gebaseerd op de Handreiking industrielawaai en vergunningverlening, waarin richtwaarden zijn vastgesteld voor geluid in landelijke omgevingen. De Voorzitter concludeerde dat de door verweerder vastgestelde geluidgrenswaarden terecht waren overschreden en dat verzoekster niet had aangetoond dat de blaftijd van de honden minder was dan 15 minuten. Daarom was het niet redelijk om van verweerder te verlangen dat hij verder onderzoek deed naar de mogelijkheden voor een beperkter aantal honden of geluidisolerende maatregelen. De Voorzitter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen en geen proceskostenveroordeling uitgesproken.