Op 13 september 2004 verleende de gemeente Coevorden, krachtens de Wet milieubeheer, een vergunning voor de oprichting en werking van een brandweerkazerne op het perceel Boelkenweg 7, kadastraal bekend gemeente Sleen, sectie K, nummer 1417 gedeeltelijk. Dit besluit werd op 23 september 2004 ter inzage gelegd. Tegen deze vergunning hebben verzoekers op 26 oktober 2004 beroep ingesteld bij de Raad van State, waarbij zij tevens verzochten om een voorlopige voorziening. De Voorzitter heeft het verzoek op 14 december 2004 ter zitting behandeld, waar verzoekers en de gemeente Coevorden vertegenwoordigd waren.
De Voorzitter oordeelde dat het verzoek om een voorlopige voorziening niet kon worden ingewilligd. De verzoekers betoogden dat de gemeente onvoldoende rekening had gehouden met de geluidshinder die de brandweerkazerne zou veroorzaken, vooral in de avondperiode. De Voorzitter merkte op dat de bouw van de brandweerkazerne in een vergevorderd stadium verkeerde, maar dat de kazerne niet eerder dan eind februari 2005 in gebruik zou worden genomen. Gezien de verwachte behandeling van de bodemprocedure binnen drie maanden en de beperkte geluidshinder die in de tussentijd zou optreden, was er geen aanleiding om het verzoek om voorlopige voorziening toe te wijzen.
De Voorzitter concludeerde dat de geluidvoorschriften die aan de vergunning waren verbonden, niet op voorhand als onhaalbaar konden worden beschouwd. Daarom werd het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening afgewezen. De beslissing werd op 22 december 2004 openbaar uitgesproken, waarbij de Voorzitter, mr. J.M. Boll, en ambtenaar van Staat, mr. S.L. Toorenburg-Bovenkerk, aanwezig waren.