ECLI:NL:RVS:2004:AR8356
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- J.M. Boll
- P. Plambeck
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake vergunning voor paardenfokkerij in Harderwijk
Op 14 september 2004 verleende het college van burgemeester en wethouders van Harderwijk een vergunning aan [vergunninghouder] voor het oprichten en in werking hebben van een paardenfokkerij op een perceel in Harderwijk. Dit besluit werd op 22 september 2004 ter inzage gelegd. Verzoeker, die vreest dat de inrichting zal veranderen in een manege, heeft op 29 oktober 2004 beroep ingesteld tegen dit besluit en verzocht om een voorlopige voorziening. De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft het verzoek op 9 december 2004 behandeld, waarbij verzoeker werd vertegenwoordigd door J.H. Kevelam en verweerder door mr. M.A.W. Walhof, N. van Keimpema en E. Priester, ambtenaren van de gemeente.
De Voorzitter oordeelde dat het oordeel voorlopig is en niet bindend in de bodemprocedure. Verzoeker wees op een akoestisch onderzoek dat zorgwekkende gegevens vermeldde over de inrichting. De aanvraag voor de vergunning vermeldde dat de inrichting bestemd was voor het fokken, opfokken en africhten van paarden. De Voorzitter concludeerde dat de bezorgdheid van verzoeker over lichthinder niet gegrond was, aangezien de rijbak niet door middel van lichtmasten, maar door straatlantaarns verlicht zou worden. Dit leidde tot de conclusie dat het bestreden besluit niet op zorgvuldige wijze was voorbereid.
Bij afweging van de betrokken belangen besloot de Voorzitter om de voorlopige voorziening te treffen. De beslissing hield in dat het besluit van 14 september 2004 werd geschorst voor zover het de voorschriften 1.13 en 1.14 betreft, dat de rijbak alleen verlicht mocht worden door straatlantaarns, en dat de gemeente Harderwijk het griffierecht van € 136,00 aan verzoeker moest vergoeden. De uitspraak werd openbaar gedaan op 23 december 2004.