ECLI:NL:RVS:2005:AS3886
Raad van State
- Hoger beroep
- D.A.C. Slump
- P.A. Offers
- D. Roemers
- Rechtspraak.nl
Bezwaarschrift tegen plaatsing van wijkcontainers in Leiden
In deze zaak heeft appellant bezwaar gemaakt tegen de plaatsing van vier wijkcontainers op de hoek van de Witte Rozenstraat en de Jan van Goyenkade te Leiden. Appellant heeft zijn bezwaren geuit in brieven van 29 december 2002, 18 maart 2003 en 7 mei 2003. Het college van burgemeester en wethouders van Leiden heeft op 21 augustus 2003 het bezwaar van appellant niet-ontvankelijk verklaard. Hierop heeft appellant beroep ingesteld bij de rechtbank 's-Gravenhage, die op 22 april 2004 het beroep ongegrond verklaarde. Tegen deze uitspraak heeft appellant hoger beroep ingesteld bij de Raad van State, welke zaak op 13 januari 2005 ter zitting is behandeld.
De Raad van State heeft overwogen dat de rechtbank terecht heeft geoordeeld dat het college appellant niet in zijn bezwaren heeft ontvangen. De Raad stelt vast dat de plaatsing van de afvalcontainers een feitelijke handeling betreft en niet kan worden aangemerkt als een besluit in de zin van artikel 1:3, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Aangezien er geen schriftelijke beslissing ten grondslag ligt aan de plaatsing van de containers, is het college terecht van mening dat er geen sprake is van een besluit. De Raad van State bevestigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het hoger beroep ongegrond.
De beslissing van de Raad van State is genomen in naam der Koningin en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan op 26 januari 2005.