ECLI:NL:RVS:2005:AS4698
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- D.A.C. Slump
- W.M. Haverkamp
- Rechtspraak.nl
Intrekking van horecavergunningen door de burgemeester van Enschede
In deze zaak heeft de burgemeester van Enschede op 13 november 2003 de vergunningen voor de exploitatie van twee horecabedrijven ingetrokken op basis van de Drank- en Horecaverordening van Enschede. De verzoeker, die de vergunningen had, heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar de burgemeester heeft deze bezwaren op 25 februari 2004 ongegrond verklaard. Vervolgens heeft de verzoeker hoger beroep ingesteld bij de Raad van State, waarbij hij ook verzocht heeft om een voorlopige voorziening. De zaak is behandeld op 20 januari 2005, waar de verzoeker werd bijgestaan door zijn advocaat, mr. R.D.A. van Boom, en de burgemeester werd vertegenwoordigd door M.J. Gerritsjans, ambtenaar van de gemeente.
De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft in zijn uitspraak op 26 januari 2005 geoordeeld dat het verzoek om een voorlopige voorziening moet worden afgewezen. De Voorzitter heeft overwogen dat, hoewel het oordeel voorlopig is en niet bindend in de bodemprocedure, er geen reden is om aan te nemen dat de eerdere uitspraak van de rechtbank Almelo in de bodemprocedure niet zal standhouden. De Voorzitter heeft geconcludeerd dat de burgemeester de vergunningen terecht heeft ingetrokken en dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De beslissing is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.