ECLI:NL:RVS:2005:AS6202
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- C.M. Ligtelijn-van Bilderbeek
- E.J. Nolles
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening inzake vrijstelling voor aanleg Nijreessingel door college van burgemeester en wethouders van Almelo
Op 6 april 2004 verleende het college van burgemeester en wethouders van Almelo vrijstelling op basis van artikel 19, eerste lid, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO) voor de aanleg van de Nijreessingel, een weggedeelte tussen de Bornerbroeksestraat en de Bornsestraat. Dit besluit werd door verzoekers aangevochten, waarna het college op 25 juni 2004 het bezwaar ongegrond verklaarde. De rechtbank Almelo oordeelde op 16 december 2004 dat het beroep van verzoekers gegrond was en vernietigde de beslissing op bezwaar, maar liet de rechtsgevolgen in stand.
Verzoekers stelden op 14 januari 2005 een verzoek in bij de Raad van State om een voorlopige voorziening te treffen. De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak behandelde het verzoek op 4 februari 2005. Tijdens de zitting waren verzoekers, bijgestaan door hun gemachtigde, en vertegenwoordigers van het college aanwezig.
De Voorzitter overwoog dat besluiten in het algemeen uitvoerbaar zijn, ook als daartegen een rechtsmiddel is aangewend. Er was geen aanleiding om aan te nemen dat de eerdere uitspraak in de bodemprocedure niet in stand zou blijven. Het college had met verzoekers over compensatie voor de verminderde bereikbaarheid van hun bedrijf gesproken, maar verzoekers eisten volledige vergoeding van alle kosten. De Voorzitter concludeerde dat het college de belangenafweging zorgvuldig had uitgevoerd en dat er een groot algemeen belang was bij de onmiddellijke uitvoering van de vrijstelling. Daarom werd het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen.
De beslissing werd openbaar uitgesproken op 10 februari 2005.