ECLI:NL:RVS:2005:AT0530
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- C.M. Ligtelijn-van Bilderbeek
- R.P.F. Boermans
- Rechtspraak.nl
Bouwvergunning voor schermhal in Hillegom en verzoek om voorlopige voorziening
Op 11 februari 2004 verleende het college van burgemeester en wethouders van Hillegom een bouwvergunning voor het plaatsen van een schermhal ten behoeve van vaste planten op een perceel in Hillegom. Verzoekers, wonend te Hillegom, maakten bezwaar tegen deze vergunning. Op 22 juli 2004 verklaarde het college de bezwaren ongegrond. Hierop hebben de verzoekers beroep ingesteld bij de voorzieningenrechter van de rechtbank 's-Gravenhage, die op 3 december 2004 de besluiten van het college vernietigde en het college opdroeg om vóór 1 februari 2005 opnieuw op de bezwaarschriften te beslissen.
Tegen deze uitspraak hebben verzoekers hoger beroep ingesteld bij de Raad van State. Verzoeker sub 1 diende zijn hoger beroep in op 7 januari 2005, en verzoeker sub 2 op 13 januari 2005. Beide verzoekers vroegen de Voorzitter van de Raad van State om een voorlopige voorziening te treffen, wat op 3 maart 2005 ter zitting werd behandeld. Tijdens deze zitting waren de verzoekers, hun gemachtigden, en vertegenwoordigers van het college en de vergunninghouder aanwezig.
De Voorzitter overwoog dat besluiten in het algemeen uitvoerbaar zijn, ook als daartegen een rechtsmiddel is aangewend. De verzoekers betoogden dat de uitspraak van de voorzieningenrechter berustte op een onjuiste lezing van het bestemmingsplan. Echter, uit de stukken en de zitting bleek dat een groot gedeelte van de schermhal al was voltooid. De Voorzitter concludeerde dat er geen aanleiding was om aan te nemen dat de aangevallen uitspraak in de bodemprocedure niet in stand zou blijven, en dat er geen reden was voor het treffen van een voorlopige voorziening. De verzoeken werden dan ook afgewezen.