ECLI:NL:RVS:2005:AT0532
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- R.W.L. Loeb
- I. Sluiter
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake bouwvergunning supermarkt te Breda
In deze zaak heeft de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 10 maart 2005 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een hoger beroep. Het verzoek is ingediend door verschillende besloten vennootschappen, waaronder Laurus Nederland BV en Webi BV, tegen het college van burgemeester en wethouders van Breda. Het college had op 13 november 2003 een bouwvergunning verleend aan Kadans Vastgoed BV voor de oprichting van een supermarkt op het perceel Haagweg 246-252 te Breda.
De verzoekers waren van mening dat de bouwvergunning onterecht was verleend en hadden bezwaar gemaakt. Het college verklaarde het bezwaar van Laurus en Webi niet-ontvankelijk en dat van de overige verzoekers ongegrond. De rechtbank Breda oordeelde op 28 december 2004 dat het beroep van Webi gegrond was, maar dat van de overige verzoekers ongegrond. Hierop hebben de verzoekers hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
Tijdens de zitting op 17 februari 2005 werd het verzoek behandeld. De verzoekers stelden dat het gebruik van de supermarkt hen financieel zou benadelen, maar de Voorzitter oordeelde dat er geen reden was om aan te nemen dat de aangevallen uitspraak in de bodemprocedure niet in stand zou blijven. De bouw van de supermarkt was inmiddels voltooid en er was geen bewijs van een financiële noodsituatie bij de verzoekers.
De Voorzitter concludeerde dat er geen aanleiding was voor het treffen van de gevraagde voorlopige voorziening en wees het verzoek af. Er werd ook geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak werd openbaar gemaakt op 10 maart 2005.