ECLI:NL:RVS:2005:AT1955
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- R.W.L. Loeb
- M.Z.C. Koutstaal
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening inzake openbaarmaking van document door college van burgemeester en wethouders van Amersfoort
Op 17 juni 2004 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amersfoort een verzoek van de verzoeker om kennisneming of openbaarmaking van een document afgewezen. Hierop heeft de verzoeker bezwaar gemaakt, dat door het college op 2 augustus 2004 ongegrond werd verklaard. De voorzieningenrechter van de rechtbank Utrecht heeft op 30 november 2004 het beroep van de verzoeker gedeeltelijk gegrond verklaard, het besluit van het college vernietigd, maar de verzoeker niet-ontvankelijk verklaard in zijn bezwaar. Tegen deze uitspraak heeft de verzoeker hoger beroep ingesteld bij de Raad van State en verzocht om een voorlopige voorziening.
De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft het verzoek op 10 maart 2005 ter zitting behandeld. De verzoeker heeft aangegeven geen gebruik te willen maken van het aanbod van het college tot kennisneming van het document, maar heeft verzocht om openbaarmaking. De Voorzitter heeft overwogen dat het verzoek om een voorlopige voorziening alleen kan worden toegewezen als er geen twijfel bestaat dat de aangevallen uitspraak in hoger beroep niet in stand zal blijven en dat openbaarmaking niet geweigerd had mogen worden.
De Voorzitter heeft geconcludeerd dat de argumenten van de verzoeker niet voldoende zijn om tot een positieve beslissing te komen. Daarom is het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De beslissing is op 17 maart 2005 openbaar uitgesproken.