ECLI:NL:RVS:2005:AT3711
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- H.G. Lubberdink
- R.P.F. Boermans
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening inzake bouwvergunning voor appartementengebouw in Krimpen aan den IJssel
Op 10 februari 2004 verleende het college van burgemeester en wethouders van Krimpen aan den IJssel een vrijstelling en bouwvergunning voor de bouw van een appartementengebouw met parkeergarage op een specifiek perceel. Verzoekster, die bezwaar had gemaakt tegen deze vergunning, kreeg op 15 december 2004 gelijk van de voorzieningenrechter van de rechtbank Rotterdam, die de beslissing op bezwaar vernietigde en het college opdroeg een nieuwe beslissing te nemen. Het college handhaafde echter op 18 januari 2005 zijn eerdere besluit in aangepaste vorm, wat leidde tot een hoger beroep door verzoekster.
Verzoekster vroeg op 28 februari 2005 de Voorzitter van de Raad van State om een voorlopige voorziening. Tijdens de zitting op 24 maart 2005 werd het verzoek behandeld, waarbij verzoekster en vertegenwoordigers van het college aanwezig waren. De Voorzitter oordeelde dat de vrijstelling voor de overschrijding van de bouwhoogte niet in strijd was met de stedenbouwkundige randvoorwaarden, en dat er onvoldoende grond was om aan te nemen dat de eerdere uitspraak en het besluit van het college niet in stand zouden blijven.
Uiteindelijk werd het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, en er werd geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar gemaakt op 7 april 2005.