ECLI:NL:RVS:2005:AT3733
Raad van State
- Hoger beroep
- K. Brink
- W.C.E. Hammerstein-Schoonderwoerd
- Ch.W. Mouton
- Rechtspraak.nl
Toewijzing van broeikasgasemissierechten en niet-ontvankelijkheid van beroep
In deze zaak gaat het om de toewijzing van broeikasgasemissierechten voor de planperiode 2005 tot en met 2007 door de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en de Minister van Economische Zaken. Bij besluit van 21 oktober 2004 zijn deze rechten toegewezen aan inrichtingen die vallen onder het systeem van de handel in broeikasgasemissierechten. Dit besluit is op 22 en 25 oktober 2004 aan belanghebbenden toegezonden en op 25 oktober 2004 gepubliceerd in de Staatscourant.
Appellant heeft op 2 december 2004 beroep ingesteld tegen dit besluit. In de procedure heeft appellant verklaard dat het beroep wordt ingesteld namens de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid "Delta Energy B.V.". Echter, appellant heeft geen bewijsstukken overgelegd waaruit de gestelde vertegenwoordiging blijkt. De verweerders hebben appellant per aangetekende brief verzocht om de vertegenwoordiging aan te tonen, met een termijn tot 5 januari 2005. Appellant heeft deze stukken niet binnen de gestelde termijn overgelegd.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de zaak op 1 maart 2005 ter zitting behandeld. Tijdens deze zitting zijn zowel appellant als de verweerders vertegenwoordigd. De Afdeling heeft overwogen dat het beroep niet-ontvankelijk is, omdat appellant niet heeft voldaan aan de vereisten voor het instellen van beroep namens een ander. Er zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die rechtvaardigen dat appellant in verzuim is geweest.
De beslissing van de Afdeling bestuursrechtspraak is dat het beroep niet-ontvankelijk wordt verklaard. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan in naam der Koningin en openbaar uitgesproken op 8 april 2005.