ECLI:NL:RVS:2005:AT3734
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- D.A.C. Slump
- R.P.F. Boermans
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening inzake bouwwerkzaamheden in Boxtel
In deze zaak heeft het college van burgemeester en wethouders van Boxtel op 25 augustus 2004 een besluit genomen waarin verzoeker werd gesommeerd om de bouwwerkzaamheden voor een stal/garage op zijn perceel onmiddellijk te staken. Tevens werd er een preventieve last onder dwangsom opgelegd, waarbij verzoeker een dwangsom van €10.000,00 zou verbeuren indien het college vaststelde dat de bouw was voortgezet. Verzoeker heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar het college verklaarde dit bezwaar op 17 december 2004 ongegrond. Hierop heeft verzoeker beroep ingesteld bij de voorzieningenrechter van de rechtbank 's-Hertogenbosch, die op 20 januari 2005 het beroep ongegrond verklaarde.
Verzoeker heeft vervolgens op 22 februari 2005 hoger beroep ingesteld bij de Raad van State en verzocht om een voorlopige voorziening. De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak heeft het verzoek op 18 maart 2005 behandeld. Tijdens deze zitting was verzoeker aanwezig, bijgestaan door zijn gemachtigde, en het college werd vertegenwoordigd door een ambtenaar van de gemeente.
De Voorzitter heeft overwogen dat de vraag of verzoeker kennis heeft kunnen nemen van het besluit van 25 augustus 2004 in de bodemprocedure moet worden beantwoord. Tevens werd vastgesteld dat de dwangsom al was verbeurd op het moment van het indienen van het verzoek om voorlopige voorziening, en dat de burgerlijke rechter bevoegd is om te oordelen over de invordering daarvan. Hierdoor ontbrak het vereiste spoedeisend belang voor het treffen van de gevraagde voorlopige voorziening. De Voorzitter heeft het verzoek om voorlopige voorziening dan ook afgewezen en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.