ECLI:NL:RVS:2005:AT3760
Raad van State
- Hoger beroep
- P. van Dijk
- J.A.M. van Angeren
- G.J. van Muijen
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen beslissing College van beroep voor de examens Universiteit Utrecht inzake intrekking toetsvoorstel
In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door een appellant tegen een uitspraak van de rechtbank Utrecht van 5 augustus 2004. De appellant had eerder een beroep ingesteld tegen een besluit van het College van beroep voor de examens aan de Universiteit Utrecht, dat op 3 juni 2003 had besloten het beroep van de appellant ongegrond te verklaren. Dit besluit volgde op een brief van 27 februari 2003, waarin de coördinator van het studieonderdeel Geïntegreerde Behandeling van Geneesmiddelen (GBG) aan de appellant meedeelde dat het voorstel van 3 januari 2003 met betrekking tot het afleggen van toetsen werd ingetrokken. De rechtbank heeft het beroep van de appellant ongegrond verklaard, maar de appellant is het hier niet mee eens en heeft hoger beroep ingesteld bij de Raad van State.
De Raad van State heeft de zaak op 8 maart 2005 ter zitting behandeld, waarbij de appellant in persoon aanwezig was. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State overweegt dat de brief van 27 februari 2003 niet is ondertekend door de examencommissie of als examinator, maar door de coördinator van het studieonderdeel. Hierdoor is er geen sprake van een beslissing van een examencommissie of examinator, en stond er voor de appellant geen beroep open bij het College van beroep voor de examens. De Raad van State concludeert dat het College het administratief beroep van de appellant niet-ontvankelijk had moeten verklaren, wat de rechtbank heeft miskend.
De Raad van State verklaart het hoger beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het bij de rechtbank ingestelde beroep gegrond. Tevens vernietigt de Raad het besluit van het College van beroep voor de examens en verklaart het administratief beroep van de appellant niet ontvankelijk. De uitspraak van de Raad van State treedt in de plaats van het vernietigde besluit. De Universiteit Utrecht wordt gelast om het griffierecht aan de appellant te vergoeden.