ECLI:NL:RVS:2005:AT4226
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- D.A.C. Slump
- A.L.M. Steinebach-de Wit
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening inzake vrijstelling voor plaatsing caravans voor seizoensmedewerkers op Texel
Op 12 mei 2004 verleende het college van burgemeester en wethouders van Texel aan verzoekster vrijstelling op basis van artikel 17 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO) voor het plaatsen van maximaal 14 caravans voor seizoensmedewerkers. Deze vrijstelling gold voor de periode van 15 maart tot en met 31 oktober in de jaren 2004 tot en met 2007. Tegen deze beslissing hebben de wederpartijen bezwaar gemaakt, wat door het college op 18 november 2004 ongegrond werd verklaard. De voorzieningenrechter van de rechtbank Alkmaar heeft op 15 februari 2005 het beroep van de wederpartijen gegrond verklaard, de beslissing op bezwaar vernietigd en de bezwaren tegen het besluit van 12 mei 2004 niet-ontvankelijk verklaard.
Verzoekster heeft op 14 maart 2005 hoger beroep ingesteld bij de Raad van State en verzocht om een voorlopige voorziening. Dit verzoek werd behandeld op 5 april 2005, waarbij verzoekster werd vertegenwoordigd door mr. drs. H.J.M. van Schie, en de wederpartijen door mr. drs. M.L.M. Frantzen. Het college was niet verschenen. Tijdens de zitting werd vastgesteld dat het primaire besluit tot vrijstelling nog steeds van kracht was en dat verzoekster inmiddels een aanvraag om bouwvergunning had ingediend. Tevens bleek dat het college op 22 maart 2005 had besloten om niet handhavend op te treden tegen de caravans die zonder bouwvergunning op het terrein van verzoekster waren geplaatst.
De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State concludeerde dat er onder de gegeven omstandigheden geen noodzaak was voor het treffen van een voorlopige voorziening en wees het verzoek af. De beslissing werd op 14 april 2005 in het openbaar uitgesproken.