ECLI:NL:RVS:2005:AT4726

Raad van State

Datum uitspraak
27 april 2005
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
200408043/1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • R. Cleton
  • F.W.M. Kooijman
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen goedkeuring uitwerkingsplan Schansweg 24d en 24e door college van burgemeester en wethouders van Moerdijk

In deze zaak gaat het om een beroep ingesteld door een appellant tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Moerdijk, dat op 15 juni 2004 het uitwerkingsplan "Schansweg 24d en 24e" heeft vastgesteld. Het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant, als verweerder, heeft op 17 augustus 2004 goedkeuring verleend aan dit uitwerkingsplan. De appellant heeft op 24 september 2004 beroep ingesteld bij de Raad van State, na de indiening van een verweerschrift door de verweerder op 3 december 2004. De zaak is behandeld op 8 maart 2005, waarbij de appellant in persoon aanwezig was en de verweerder vertegenwoordigd werd door mr. A.J.A.M. van de Laar. Ook het college van burgemeester en wethouders was vertegenwoordigd door ing. J.A. van Broekhoven.

De Raad van State heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat de appellant zich richtte tegen de in het plan voorziene bedrijfswoning aan de Schansweg 24d. De afstand tussen de woning van de appellant en de gronden aan de Schansweg 24d bedraagt ongeveer 400 tot 550 meter, en de appellant heeft geen direct zicht op deze gronden. De Raad van State concludeert dat de appellant geen persoonlijk belang heeft dat rechtstreeks betrokken is bij het bestreden besluit, waardoor hij niet kan worden aangemerkt als belanghebbende in de zin van de Algemene wet bestuursrecht. Dit leidt tot de conclusie dat het beroep van de appellant niet-ontvankelijk is verklaard.

De Raad van State heeft ook geoordeeld dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan in naam der Koningin en is openbaar uitgesproken op 27 april 2005.

Uitspraak

200408043/1.
Datum uitspraak: 27 april 2005
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
[appellant], wonend te [woonplaats],
en
het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant,
verweerder.
1.    Procesverloop
Bij besluit van 15 juni 2004 heeft het college van burgemeester en wethouders van Moerdijk het uitwerkingsplan "Schansweg 24d en 24e" vastgesteld.
Verweerder heeft bij zijn besluit van 17 augustus 2004, no. 1010031/1020624, beslist over de goedkeuring van het uitwerkingsplan.
Tegen dit besluit heeft appellant bij brief van 24 september 2004, bij de Raad van State ingekomen op 28 september 2004, beroep ingesteld.
Bij brief van 3 december 2004 heeft verweerder een verweerschrift ingediend.
Na afloop van het vooronderzoek zijn nadere stukken ontvangen van het college van burgemeester en wethouders van Moerdijk. Deze zijn aan de andere partijen toegezonden.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 8 maart 2005, waar appellant in persoon en verweerder, vertegenwoordigd door mr. A.J.A.M. van de Laar, ambtenaar van de provincie, zijn verschenen. Voorts zijn het college van burgemeester en wethouders, vertegenwoordigd door ing. J.A. van Broekhoven, ambtenaar van de gemeente, en [partij], als partij gehoord.
2.    Overwegingen
Ontvankelijkheid
2.1.    Ingevolge artikel 54, tweede lid aanhef en onder b, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, in samenhang met artikel 8:1, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, kan een belanghebbende beroep instellen tegen een besluit inzake goedkeuring van een besluit van burgemeester en wethouders of de gemeenteraad tot uitwerking of tot wijziging van een bestemmingsplan.
Ingevolge artikel 1:2, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht wordt onder belanghebbende verstaan degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken.
2.1.1.        Gelet op het verhandelde ter zitting richt het beroepschrift van appellant zich uitsluitend tegen de in het plan voorziene bedrijfswoning aan de Schansweg 24d. De Afdeling stelt, gelet op het verhandelde ter zitting, vast dat de afstand tussen de woning van appellant en de in het plan begrepen gronden aan de Schansweg 24d ongeveer 400 tot 550 meter bedraagt en dat appellant geen direct zicht heeft op die gronden.
Ook anderszins is niet gebleken van een persoonlijk belang van appellant dat rechtstreeks is betrokken bij het bestreden besluit.
2.1.2.        Gezien het vorenstaande kan appellant niet worden aangemerkt als belanghebbende in de zin van artikel 1:2, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, zodat hij aan artikel 54, tweede lid, onder b, in samenhang gelezen met artikel 8:1 van de Algemene wet bestuursrecht geen recht tot het instellen van beroep kan ontlenen. Het beroep van appellant is derhalve niet-ontvankelijk.
Proceskostenveroordeling
2.2.    Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3.    Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Aldus vastgesteld door mr. R. Cleton, Lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. F.W.M. Kooijman, ambtenaar van Staat.
w.g. Cleton    w.g. Kooijman
Lid van de enkelvoudige kamer    ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 27 april 2005
177-461.