ECLI:NL:RVS:2005:AT4741

Raad van State

Datum uitspraak
27 april 2005
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
200410212/1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bouwvergunning voor woongebouw met commerciële ruimten en stallingsgarage in Amersfoort

In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Utrecht, die op 10 november 2004 het beroep van appellante ongegrond verklaarde. Appellante, vertegenwoordigd door mr. J. Witvoet, had bezwaar gemaakt tegen de bouwvergunning die op 31 maart 2003 door het college van burgemeester en wethouders van Amersfoort was verleend aan Heijmans Vastgoed Realisatie voor de bouw van een woongebouw met 46 woningen, commerciële ruimten en een stallingsgarage. De kadastrale aanduiding van het perceel is AMFOO, sectie H, no. 3370, en het ligt plaatselijk bekend als Puntenburg, blok C te Amersfoort.

Het college had het bezwaar van appellante op 18 juli 2003 ongegrond verklaard, waarna appellante in beroep ging bij de rechtbank. De rechtbank oordeelde dat het bouwplan voldeed aan de parkeernormen zoals opgenomen in het bestemmingsplan. Appellante stelde in hoger beroep dat er een onjuiste parkeernorm was gehanteerd en dat niet aan de vereiste norm werd voldaan. De Raad van State heeft de zaak op 19 april 2005 ter zitting behandeld, waarbij de argumenten van appellante zijn herhaald.

De Raad van State oordeelde dat appellante niet aannemelijk heeft gemaakt dat de rechtbank van onjuiste uitgangspunten is uitgegaan. De aangevoerde argumenten in hoger beroep faalden, met name omdat het door appellante genoemde Themacentrum met bijbehorende parkeerplaatsen buiten het gebied van het bouwplan valt. De Raad van State concludeerde dat het hoger beroep ongegrond is en bevestigde de uitspraak van de rechtbank. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

200410212/1.
Datum uitspraak: 27 april 2005
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
[appellante], gevestigd te [plaats],
tegen de uitspraak van de rechtbank Utrecht van 10 november 2004 in het geding tussen:
appellante
en
het college van burgemeester en wethouders van Amersfoort.
1.    Procesverloop
Bij besluit van 31 maart 2003 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amersfoort (hierna: het college) aan Heijmans Vastgoed Realisatie (hierna te noemen: Heijmans) bouwvergunning verleend voor het bouwen van een woongebouw met 46 woningen, commerciële ruimten en stallingsgarage, kadastrale aanduiding AMFOO, sectie H, no. 3370 (gedeeltelijk), plaatselijk bekend Puntenburg, blok C te Amersfoort.
Bij besluit van 18 juli 2003 heeft het college het daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 10 november 2004, verzonden op 15 november 2004, heeft de rechtbank Utrecht (hierna: de rechtbank) het daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak heeft appellante bij brief van 14 december 2004, bij de Raad van State ingekomen op 15 december 2004, hoger beroep ingesteld. De gronden zijn aangevuld bij brief van 7 januari 2005. Deze brieven zijn aangehecht.
Bij brief van 2 februari 2005 heeft het college van antwoord gediend.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 19 april 2005, waar appellante, vertegenwoordigd door mr. J. Witvoet, advocaat te De Bilt, en het college, vertegenwoordigd door mr. E.J. van Eyck, ambtenaar van de gemeente, zijn verschenen.
2.    Overwegingen
2.1.    In hoger beroep heeft appellante haar in beroep naar vorengebrachte standpunt herhaald, dat voor het bouwplan een onjuiste parkeernorm is gehanteerd en dat niet aan de vereiste norm wordt voldaan.
De rechtbank is daarop in de aangevallen uitspraak ingegaan en heeft op goede gronden geoordeeld dat het bouwplan voldoet aan de in het bestemmingsplan opgenomen parkeernormen.
Appellante heeft niet aannemelijk gemaakt dat de rechtbank van onjuiste uitgangspunten is uitgegaan.
Ook falen de nader in hoger beroep aangevoerde argumenten. Het door appellante genoemde Themacentrum met de daarbij behorende parkeerplaatsen valt buiten het gebied waarop het bouwplan betrekking heeft en niet is gebleken dat het voorlopig niet realiseren van dat centrum zal leiden tot een aanmerkelijke toename van de parkeerbehoefte ter plaatse.
2.2.    Het hoger beroep is ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd.
2.3.    Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3.    Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
bevestigt de aangevallen uitspraak.
Aldus vastgesteld door mr. H. Troostwijk, Lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. A.L.M. Steinebach-de Wit, ambtenaar van Staat.
w.g. Troostwijk    w.g. Steinebach-de Wit
Lid van de enkelvoudige kamer    ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 27 april 2005
328.