ECLI:NL:RVS:2005:AT6544
Raad van State
- Hoger beroep
- H.G. Lubberdink
- O. van Loon
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen de geldigheid van de herverkiezing in het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard
Op 2 mei 2005 heeft appellant beroep ingesteld bij de Raad van State tegen de geldigheid van de herverkiezing in het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard. De gronden voor het beroep zijn aangevuld op 3 mei 2005. Het stembureau heeft op 10 mei 2005 een verweerschrift ingediend, waarna appellant op 10 en 11 mei 2005 nadere memories heeft ingediend. De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige kamer. De behandeling vond plaats op 13 mei 2005, waarbij appellant in persoon aanwezig was en het stembureau vertegenwoordigd werd door mr. E.C. Pietermaat, advocaat te 's-Gravenhage.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft overwogen dat ingevolge artikel 30a van de Waterschapswet een belanghebbende beroep kan instellen tegen besluiten die met toepassing van provinciale verordening zijn genomen met het oog op de verkiezing van leden van het algemeen bestuur. Appellant betoogde dat de verkiezingen niet eerlijk en betrouwbaar zijn verlopen, omdat zittende bestuursleden in het kandidatenboekje een stemadvies hebben gegeven, wat de uitslag zou hebben beïnvloed.
De Afdeling heeft vastgesteld dat het beroepschrift tijdig is ontvangen en dat het beroep gericht is tegen het besluit van het stembureau over de geldigheid van de stembiljetten. De argumenten van appellant zijn echter niet voldoende om het bestreden besluit te vernietigen, aangezien deze enkel betrekking hebben op een nog te nemen besluit van het Algemeen Bestuur over de toelating van benoemden als lid van het orgaan. Daarom is het beroep ongegrond verklaard.
De beslissing werd uitgesproken in naam der Koningin, waarbij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State het beroep ongegrond verklaarde. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.