ECLI:NL:RVS:2005:AT7462

Raad van State

Datum uitspraak
15 juni 2005
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
200408337/1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • D.A.C. Slump
  • P.A. Offers
  • R. van der Spoel
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake bouwvergunning voor windturbine in Littenseradiel

In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de vereniging "It Fryske Gea" tegen de uitspraak van de rechtbank Leeuwarden van 1 september 2004. Het college van burgemeester en wethouders van Littenseradiel had op 29 augustus 2001 een verzoek om bouwvergunning voor een windturbine met een ashoogte van 40 meter afgewezen. Na bezwaar van de verzoeker, die de bouwplannen had aangepast, verleende het college op 24 oktober 2003 alsnog een bouwvergunning voor een windturbine met een ashoogte van 35 meter. De rechtbank verklaarde het beroep van de vereniging ongegrond, waarop de vereniging in hoger beroep ging.

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de zaak op 19 april 2005 behandeld. De appellante betoogde dat de rechtbank de wijziging van het bouwplan ten onrechte van ondergeschikte betekenis had geacht. De Afdeling oordeelde dat het verschil in hoogte tussen de oorspronkelijke en gewijzigde aanvraag significant was en dat de wijziging van het bouwplan niet als ondergeschikt kon worden beschouwd. Dit leidde tot de conclusie dat het college het gewijzigde bouwplan niet had moeten toetsen aan het bestemmingsplan zoals dat gold ten tijde van de indiening van de oorspronkelijke aanvraag.

De Raad van State verklaarde het hoger beroep gegrond, vernietigde de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het beroep tegen het besluit van 24 oktober 2003 alsnog gegrond. Het college van burgemeester en wethouders van Littenseradiel werd opgedragen om opnieuw op het bezwaar van de vereniging te beslissen, met inachtneming van de overwegingen in deze uitspraak. De kosten voor de behandeling van het hoger beroep werden vergoed aan de vereniging.

Uitspraak

200408337/1.
Datum uitspraak: 15 juni 2005
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
de vereniging "It Fryske Gea", gevestigd te Leeuwarden,
appellante,
tegen de uitspraak van de rechtbank Leeuwarden van 1 september 2004 in het geding tussen:
appellante
en
het college van burgemeester en wethouders van Littenseradiel.
1.    Procesverloop
Bij besluit van 29 augustus 2001 heeft het college van burgemeester en wethouders van Littenseradiel (hierna: het college) afwijzend beslist op het verzoek van [verzoeker] om bouwvergunning voor een windturbine met een ashoogte van 40 m op het perceel [locatie] te [plaats] (hierna: het perceel).
Nadat het college [verzoeker] in de gelegenheid heeft gesteld het bouwplan aan te passen heeft het bij besluit van 24 oktober 2003 het daartegen gemaakte bezwaar gegrond verklaard, het besluit van 29 augustus 2001 herroepen en alsnog bouwvergunning verleend voor een windturbine met een ashoogte van 35 m.
Bij uitspraak van 1 september 2004, verzonden op dezelfde dag, heeft de rechtbank Leeuwarden (hierna: de rechtbank) het daartegen door appellante ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak heeft appellante bij brief van 8 oktober 2004, bij de Raad van State ingekomen op dezelfde dag, hoger beroep ingesteld. Deze brief is aangehecht.
[verzoeker] heeft gereageerd bij brief van 30 november 2004.
Bij brief van 7 januari 2005 heeft het college van antwoord gediend.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 19 april 2005, waar appellante, vertegenwoordigd door drs. H.J. de Vries, bijgestaan door mr. J. Veltman, advocaat te Groningen, en het college, vertegenwoordigd door B. Kroese, ambtenaar van de gemeente, zijn. Voorts is verschenen [verzoeker], vertegenwoordigd door mr. E. Wiarda, gemachtigde, vergezeld van ing. B. Dijkstra.
2.    Overwegingen
2.1.    Het perceel is ingevolge het ter plaatse geldende bestemmingsplan "Buitengebied-West" (hierna: het bestemmingsplan) bestemd voor "Agrarische bedrijfsdoeleinden".
Ten tijde van het besluit van 29 augustus 2001 tot weigering van de op 14 december 2000 door [verzoeker] aangevraagde bouwvergunning voor een solitaire windturbine stond dat plan op onder meer gronden met deze bestemming de bouw van windturbines met een ashoogte tot 35 m toe en was in de planvoorschriften voorzien in de mogelijkheid vrijstelling te verlenen voor een ashoogte tot 40 m. Bij besluit van 22 januari 2001, in werking getreden op 26 januari 2001 heeft de raad van de gemeente Littenseradiel voor het buitengebied west een voorbereidingsbesluit als bedoeld in artikel 21 van de WRO genomen. Bij besluit van 4 maart 2003 heeft het college van gedeputeerde staten van Fryslân de op 2 september 2002 door de raad van de gemeente Littenseradiel vastgestelde "Voorschriften bestemmingsplan Buitengebied-West, partiële herziening windenergie" gedeeltelijk goedgekeurd. Ingevolge deze partiële herziening, die op 3 juni 2003 van kracht is geworden, is een windturbine op het onderhavige perceel niet toegestaan.
2.2.    Naar aanleiding van het tegen het besluit van 29 augustus 2001 gemaakte bezwaren heeft het college [verzoeker] in de gelegenheid gesteld zijn bouwplan aan te passen. Daartoe heeft [verzoeker], laatstelijk op 17 september 2003, gewijzigde bouwtekeningen bij het college ingediend. Bij deze wijziging is de ashoogte van de windturbine teruggebracht tot 35 m. Het college heeft vervolgens bij de beslissing op bezwaar het besluit van 29 augustus 2001 herroepen en alsnog bouwvergunning verleend voor het aldus gewijzigde bouwplan.
2.3.    Appellante heeft betoogd dat de rechtbank de wijziging van het bouwplan ten onrechte van ondergeschikte betekenis heeft geacht en het college derhalve, anders dan de rechtbank heeft overwogen, bij de beslissing op bezwaar het gewijzigde bouwplan ten onrechte heeft getoetst aan het bestemmingsplan zoals dat gold voor de inwerkingtreding van de partiële herziening. Dit betoog slaagt.
2.4.    Het verschil in hoogte is, ook afgezet tegen de oorspronkelijk beoogde ashoogte van 40 m, zodanig groot dat de windturbine in betekenende mate afwijkt van de turbine die bij de indiening van de bouwaanvraag was voorzien. Daarbij is bovendien in aanmerking genomen dat met de wijziging niet alleen de ashoogte maar ook de verhouding van de mast ten opzichte van de gelijk gebleven rotordiameter is veranderd. Dat de lagere windturbine, naar de rechtbank heeft overwogen een geringere planologische uitstraling heeft kan er niet aan afdoen dat de gedaantewijziging van dien aard is dat sprake is van een ander bouwplan.
2.5.    Gelet op het voorgaande was voor toetsing van het gewijzigde bouwplan aan het bestemmingsplan "Buitengebied Littenseradiel West" zoals dat gold ten tijde van de indiening van de bouwaanvraag geen plaats. Hetgeen appellante overigens heeft aangevoerd behoeft derhalve geen bespreking meer.
2.6.    Het hoger beroep is gegrond. De aangevallen uitspraak moet worden vernietigd. Doende hetgeen de rechtbank zou behoren te doen, zal de Afdeling het beroep tegen het besluit van 24 oktober 2003 alsnog gegrond verklaren. Dat besluit dient wegens strijd met artikel 7:12, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht te worden vernietigd. Het college dient met inachtneming van hetgeen hiervoor is overwogen opnieuw op het bezwaar van appellante te beslissen.
2.7.    Het college is in de uitspraak van heden in zaakno.
200408335/1in de kosten veroordeeld. Gelet op de samenhang met die zaak wordt in deze zaak geen kostenveroordeling uitgesproken.
3.    Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
I.    verklaart het hoger beroep gegrond;
II.    vernietigt de uitspraak van de rechtbank Leeuwarden van 1 september 2004, 03/1386 WW44;
III.    verklaart het bij de rechtbank ingestelde beroep gegrond;
IV.    vernietigt het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Littenseradiel van 24 oktober 2003, BK;
V.    gelast dat de gemeente Littenseradiel aan de vereniging "It Fryske Gea" het door haar voor de behandeling van het hoger beroep en het beroep betaalde griffierecht ten bedrage van (€ 409,00 + € 267,00) vergoedt.
Aldus vastgesteld door mr. D.A.C. Slump, Voorzitter, en mr. P.A. Offers en mr. R. van der Spoel, Leden, in tegenwoordigheid van mr. J. Willems, ambtenaar van Staat.
w.g. Slump    w.g. Willems
Voorzitter    ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 15 juni 2005
412.