ECLI:NL:RVS:2005:AT7975

Raad van State

Datum uitspraak
16 juni 2005
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
200502556/2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • D. Dolman
  • H.A. Bultema
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bestemmingsplan Lumièrepark vastgesteld door gemeenteraad Almere

Op 1 juli 2004 heeft de gemeenteraad van Almere het bestemmingsplan "Lumièrepark" vastgesteld. Dit plan beoogt de ontwikkeling van een volwaardig stadspark aan de oostzijde van het Weerwater, inclusief de bouw van een horecapaviljoen met inpandige bedrijfswoning. Op 1 februari 2005 heeft het college van gedeputeerde staten van Flevoland goedkeuring verleend aan dit plan. Verzoekster, die bezwaar heeft tegen de goedkeuring, heeft op 23 maart 2005 een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening ingediend bij de Raad van State. Dit verzoek is behandeld op 6 juni 2005, waarbij verzoekster in persoon aanwezig was, bijgestaan door een gemachtigde, en de verweerder vertegenwoordigd was door H.P.M. Laheij. Ook de gemeenteraad van Almere was vertegenwoordigd door ambtenaren E. Weijnen, G. Hietland en R. Nijland.

Verzoekster betoogt dat de goedkeuring van het plan onterecht is, omdat de subbestemming "Kp en Hd" binnen de bestemming "Recreatieve en culturele doeleinden (RC)" de bouw van het horecapaviljoen mogelijk maakt. Ze vreest dat de situering van het paviljoen haar uitzicht op het Weerwater zal verminderen en dat bezoekers van het paviljoen parkeeroverlast in haar straat zullen veroorzaken. Tijdens de zitting heeft de gemeenteraad verklaard dat er nog geen concrete bouwplannen zijn en dat de ontwikkeling van het paviljoen pas zal beginnen nadat het besluit onherroepelijk is geworden.

De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft geoordeeld dat er geen onverwijlde spoed is en dat de behandeling van het geschil in de hoofdzaak kan worden afgewacht. Daarom is het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De beslissing is op 16 juni 2005 openbaar uitgesproken.

Uitspraak

200502556/2.
Datum uitspraak: 16 juni 2005
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen onder meer:
[verzoekster], wonend te [woonplaats],
verzoekster,
en
het college van gedeputeerde staten van Flevoland,
verweerder.
1.    Procesverloop
Bij besluit van 1 juli 2004 heeft de gemeenteraad van Almere het bestemmingsplan "Lumièrepark" vastgesteld.
Bij besluit van 1 februari 2005, kenmerk ROV/05.040065/L heeft verweerder beslist over de goedkeuring van dit plan.
Tegen dit besluit heeft onder meer verzoekster bij brief van 23 maart 2005, bij de Raad van State ingekomen op 24 maart 2005, beroep ingesteld.
Bij deze brief heeft verzoekster de Voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De Voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 6 juni 2005, waar verzoekster in persoon en bijgestaan door [gemachtigde], en verweerder, vertegenwoordigd door H.P.M. Laheij, ambtenaar van de provincie, zijn verschenen.
Voorts is daar gehoord de gemeenteraad van Almere, vertegenwoordigd door E. Weijnen, G. Hietland en R. Nijland, ambtenaren van de gemeente.
2.    Overwegingen
2.1.    Het oordeel van de Voorzitter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
2.2.    Het plan voorziet in een juridisch-planologische regeling voor het Lumièrepark dat aan de oostzijde van het Weerwater ligt. Het plan beoogt de ontwikkeling van een volwaardig stadspark mogelijk te maken. Daarvoor is onder meer voorzien in de bouw van een horecapaviljoen met inpandige bedrijfswoning.
Verweerder heeft bij zijn bestreden besluit het plan goedgekeurd.
2.3.    Verzoekster meent dat verweerder het plan ten onrechte heeft goedgekeurd voorzover de subbestemming "Kp en Hd" binnen de bestemming "Recreatieve en culturele doeleinden (RC)" de bouw van een horecapaviljoen mogelijk maakt. Verzoekster heeft bezwaar tegen de situering van het paviljoen omdat de voorziene plek vermindering van haar uitzicht op het Weerwater meebrengt. Daarnaast vreest verzoekster dat bezoekers van het horecapaviljoen parkeeroverlast in haar straat zullen veroorzaken.
2.4.    Ter zitting is namens de gemeenteraad verklaard dat er geen concrete bouwplannen voor het horecapaviljoen zijn en dat pas met de ontwikkeling van het paviljoen wordt begonnen nadat het bestreden besluit onherroepelijk is geworden. Gelet hierop is de Voorzitter van oordeel dat onverwijlde spoed ontbreekt en dat de behandeling van het geschil in de hoofdzaak kan worden afgewacht.
De Voorzitter ziet daarom geen aanleiding voor het treffen van een voorlopige voorziening. Het verzoek hiertoe dient te worden afgewezen.
2.5.    Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3.    Beslissing
De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door dr. D. Dolman, als Voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. H.A. Bultema, ambtenaar van Staat.
w.g. Dolman    w.g. Bultema
Voorzitter    ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 16 juni 2005
400.