ECLI:NL:RVS:2005:AT8736
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- K. Brink
- M.J. van der Zijpp
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening inzake bestuurlijke handhavingsmiddelen
Op 4 april 2005 heeft verzoeker een bezwaarschrift ingediend tegen het niet tijdig nemen van een besluit op een verzoek om toepassing van bestuurlijke handhavingsmiddelen voor een inrichting op het adres 2e Tiefelaarsestraat 2 te Neerijnen. Dit bezwaarschrift is bij de Raad van State ingekomen op 6 april 2005. De Voorzitter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening behandeld op 15 juni 2005, waarbij verzoeker in persoon aanwezig was, bijgestaan door J. Boer, en verweerder vertegenwoordigd was door mr. R.J. Rigterink, ambtenaar van de provincie.
De Voorzitter overweegt dat volgens artikel 6:2 van de Algemene wet bestuursrecht het niet tijdig nemen van een besluit gelijkgesteld wordt met een besluit. Tevens wordt in artikel 18.14 van de Wet milieubeheer gesteld dat een ieder een bestuursorgaan kan verzoeken om een beschikking te geven met betrekking tot bestuursdwang of het opleggen van een last onder dwangsom. De Voorzitter stelt vast dat verzoeker op 21 november 2004 een verzoek heeft ingediend voor bestuurlijke handhavingsmiddelen, en dat verweerder in een brief van 13 december 2004 heeft aangegeven geen overtreding te hebben geconstateerd en derhalve niet handhavend te zullen optreden.
De Voorzitter concludeert dat het besluit van verweerder binnen de wettelijke termijn is genomen, en dat er derhalve geen sprake is van het niet tijdig nemen van een besluit. Op basis van deze overwegingen wijst de Voorzitter het verzoek om een voorlopige voorziening af. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 27 juni 2005.