ECLI:NL:RVS:2005:AT9719
Raad van State
- Hoger beroep
- H. Troostwijk
- P. Lodder
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake bouwvergunning en kamerverhuur door college van burgemeester en wethouders van Leusden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een appellant tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Leusden. Bij besluit van 6 april 2004 werd appellant verzocht om binnen zes weken een aanvraag voor een bouwvergunning in te dienen of de verhuur van kamers aan derden te staken. Het college verklaarde het bezwaar van appellant op 28 september 2004 gegrond en legde een nieuwe last onder dwangsom op, waarbij appellant binnen zes weken na het besluit de kamerverhuur diende te staken. De voorzieningenrechter van de rechtbank Utrecht verklaarde het beroep van appellant op 8 december 2004 ongegrond. Appellant ging hiertegen in hoger beroep bij de Raad van State, ingediend op 17 januari 2005.
De Raad van State behandelde de zaak op 24 juni 2005. Tijdens de zitting werd duidelijk dat aan appellant op 5 april 2005 een lichte bouwvergunning was verleend voor het maken van een verblijfsruimte ten behoeve van kamerverhuur en het plaatsen van dakkapellen. Het college gaf aan niet over te gaan tot invordering van de dwangsom. De Raad van State oordeelde dat de door appellant gestelde kosten, zoals leges voor de bouwvergunning, geen procesbelang opleverden, omdat een oordeel over de aangevallen uitspraak niet zou leiden tot vergoeding van die kosten. De last onder dwangsom had enkel betrekking op het beëindigen van het gebruik in strijd met het bestemmingsplan.
Uiteindelijk verklaarde de Raad van State het hoger beroep niet-ontvankelijk en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan in naam der Koningin en openbaar uitgesproken op 20 juli 2005.