ECLI:NL:RVS:2005:AT9722
Raad van State
- Eerste aanleg - meervoudig
- W. Konijnenbelt
- H.Ph.J.A.M. Hennekens
- M.W.L. Simons-Vinckx
- Rechtspraak.nl
Bezwaar tegen plaatsing afvalcontainer Retiefstraat Amsterdam
In deze zaak heeft appellante bezwaar gemaakt tegen de voorgenomen plaatsing van een afvalcontainer ter hoogte van de Retiefstraat 49 te Amsterdam. Dit bezwaar werd ingediend bij verweerder, het dagelijks bestuur van het stadsdeel Oost/Watergraafsmeer van de gemeente Amsterdam, op 10 mei 2004. Verweerder verklaarde het bezwaar op 19 oktober 2004 niet-ontvankelijk, wat leidde tot beroep bij de rechtbank Amsterdam. De rechtbank heeft het beroep doorgezonden naar de Raad van State, waar het op 28 januari 2005 is ingekomen. De gronden van het beroep zijn aangevuld op 7 april 2005. Tijdens de zitting op 27 juni 2005 waren zowel appellante als vertegenwoordigers van verweerder aanwezig.
De Raad van State overweegt dat volgens artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht, degene aan wie het recht is toegekend tegen een besluit beroep in te stellen, eerst bezwaar moet maken. Tevens wordt in artikel 1:3 van dezelfde wet een besluit gedefinieerd als een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan. De Raad constateert dat er tot op heden geen besluit is genomen tot aanwijzing van de Retiefstraat 49 als locatie voor de afvalcontainer, noch op basis van de Afvalstoffenverordening Oost/Watergraafsmeer, noch op een andere grondslag. Hierdoor is er geen besluit waartegen het bezwaar van appellante kan zijn gericht, wat de niet-ontvankelijkheid van het bezwaar rechtvaardigt.
Uiteindelijk verklaart de Raad van State het beroep ongegrond en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan in naam der Koningin en openbaar uitgesproken op 20 juli 2005.