ECLI:NL:RVS:2005:AU0385
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- R.W.L. Loeb
- B. Klein Nulent
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening inzake gedoogverklaring recreatieverblijf Schiermonnikoog
In deze zaak heeft de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 26 juli 2005 uitspraak gedaan op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening. Het verzoek was ingediend door het college van burgemeester en wethouders van Schiermonnikoog, die eerder op 17 augustus 2004 aan een persoon het gebruik van een bijgebouw op het perceel te Schiermonnikoog als recreatieverblijf tijdelijk had gedoogd. Dit besluit werd later door de voorzieningenrechter van de rechtbank Leeuwarden op 10 mei 2005 vernietigd, waarna het college hoger beroep instelde en verzocht om een voorlopige voorziening.
Tijdens de zitting op 14 juli 2005, waar zowel verzoeker als de wederpartij aanwezig waren, werd het verzoek besproken. De Voorzitter overwoog dat er geen onomkeerbare gevolgen zouden zijn van een nieuwe beslissing op het bezwaarschrift, mocht het hoger beroep gegrond worden verklaard. De Voorzitter concludeerde dat het verzoek om een voorlopige voorziening niet kon worden toegewezen, omdat er geen aanleiding was om te veronderstellen dat een nieuwe beslissing op bezwaar tot onomkeerbare gevolgen zou leiden.
De beslissing van de Voorzitter was dat het verzoek werd afgewezen en dat het college van burgemeester en wethouders van Schiermonnikoog werd veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten aan de wederpartij, tot een bedrag van € 322,00. Deze uitspraak werd openbaar gemaakt op 26 juli 2005.